maandag 25 juli 2011

Stap 5: Boek: een kind in rouw, Debacker Hilde

 Bron: Debacker H.,(1995). Een kind in rouw. Uitgeverij Averbode.

Beste blogger,

Hier ben ik met mijn eerste bronnenboek en enkele antwoorden op mijn onderzoeksvragen. De antwoorden en een eigen standpunt vind je per vraag terug.

Hoe rouwen kinderen, wat denken zij over de dood en hoe staan zij hier tegenover (vraag 1)?

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- de dood van een dier
- de dood van een geliefd persoon

Dit onderscheid lijkt me evident maar toch niet onbelangrijk voor mijn onderzoek. Hoe reageren zij op de dood van een dier/mens? Ik zal hieruit kunnen leren hoe ik het beter had gedaan bij de dood van onze poes Trixie.

Citaat 1: de dood van een dier


Wanneer een huisdier sterft, is de confrontatie zwaar. Het dier reageert niet meer op lieve woordjes, het voelt stijf en koud en geeft de afstand aan die door de dood ontstaan is. Vooral als het kind het dier nog eens wil aanraken, kan de schok groot zijn. Het contact, de verbondenheid met "zijn dier" is verbroken. Zo wordt het zich vaak voor het eerst bewust van wat verlies is, wat niet-meer-bij-elkaar-zijn betekent. Het is belangrijk het kind dit verdriet niet te besparen. Als volwassene moet je het kind steunen.

Mijn standpunt

Als ouder/leerkracht realiseerde ik me niet dat het verlies van een huisdier zo moeilijk kan zijn voor kinderen. Het klopt dat er geen "verbondenheid" meer is. Maar... ik heb het wel moeilijk met die contacten ontdekken. Ze ervaren dat een dier anders is dan dat het leeft: het is koud, stijf, maakt geen beweging/geluid meer,... Zoals elke kleuterjuf weet, is het belangrijk om zintuiglijk te werken, maar voor mij gaat dit wat te ver. Ik ben blij dat ik dit niet moet doen (als leerkracht) want in de klas zijn geen huisdieren. Alhoewel, ik bedacht me net dat ik een vis in de klas wilde. Bij de oudste kleuters is het goed om hen verantwoordelijkheid en zorg voor anderen bij te brengen, ook voor dieren. Mijn gevoel zegt ineens: weg die vis. Want dan ga ik zeker in contact komen met verlies van ons klasdier. Maar de gedachten aan de leuke momenten rond de vis in de klas zijn sterker. Die vis komt er. Nu wil ik nog meer weten hoe en wat ik kan doen als die verdrietige dag er komt.

Citaat 2: de dood van een persoon

Belangrijkste fasen van het rouwproces, rekening houdend dat elk kind op zijn eigen manier en volgens zijn eigen persoonlijkheid zal reageren op verlies:

1. de protestfase: men zet verdoofd het leven verder, men huilt veel. Dit heeft een dubbele functie: kijk toch wat mij overkomen is (omgeving) en men probeert uit alle macht de gestorvene terug te roepen. Daarna volgt de ontkenning: neen, het kan niet, dit moet een vergissing zijn.

2. de wanhoopsfase: men leert leven met zijn verdriet. Deze fase is het allermoeilijkst.

3. de losmakingsfase: men probeert het leven opnieuw te organiseren maar zonder de overledene.

4. de readaptatiefase: men investeert in nieuwe relaties zonder de herinneringen aan de overledene te vergeten.

Mijn standpunt

Ik vond het belangrijk om deze fasen in mijn onderzoek te plaatsen. Dit geeft al een goed zicht op een rouwproces en een antwoord op een onderzoeksvraag. Deze informatie neem ik in de toekomst mee. Het is natuurlijk moeilijk om hierover te schrijven als je het zelf niet kunt plaatsen. Ik heb zo'n verlies wel meegemaakt, maar kan me niet meer herinneren hoe ik ermee omging. Huilen deed ik nooit. Ik ben dan ook blij dat er in het boek stond dat iedereen verlies op zijn eigen manier verwerkt. Dat ga je in de klas ook merken: de ene praat erover, de andere is teruggetrokken. Wat ik heel belangrijk vind is dat deze kleuters een plek hebben waar ze terecht kunnen. Ouders, leerkracht, vrienden,... het maakt niet uit. Als ze de geborgenheid maar terugvinden. Een plaatsvervanger kan je niet zijn, maar een luisterend oor doet wonderen.

Rouwt een jonge kleuter anders dan de oudste kleuter? Hoe kan een kleuteronderwijzeres hen helpen bij de verwerking van verdriet (vraag 2)?

Citaat 3: leeftijdsgebonden reacties

2,5-jarige kleuter: voelt aan dat er wat fout is, maar heeft moeite om dit te uiten. Hij zal wellicht wild worden of juist in een hoekje wegkruipen of... kortom zich op een ongewone, onherkenbare manier gedragen.

3-4-jarige kleuter: is totaal ontredderd. Er is scheidingsangst aanwezig en een besef van verlies. Omdat deze kinderen cyclisch denken hebben zij moeite met het definitieve karakter, de onomkeerbaarheid van de dood.

5-6-jarige kleuter: verbinden elementen als angst, duisternis, slaap met de dood. Ze hebben meer realistische voorstellingen.  Doodgaan gebeurt niet bij jezelf: het heeft te maken met oud en ziek zijn.

7-10-jarigen: zijn minder bezig met het uiterlijke aspect van de dood, zij zijn meer geïnteresseerd in wat er na de dood gebeurt. Hier is het belangrijk dat je hen duidelijk maakt dat de dood een onderdeel is van het leven.

10+: gaan abstract denken. Het kind begint te zoeken naar de betekenis, naar de waarde van het leven én de dood.

Mijn standpunt

Er wordt mij hier al heel wat duidelijk. Bij de jongste kleuter is het normaal dat ze zo reageren. Zij zijn minder taalvaardig en leven vooral in de ik-wereld. Ik vraag me dan ook af of je als kleuterjuf hierop moet inspelen. Waarschijnlijk is de mening van het gezin hier heel belangrijk. Willen zij wel dat je er in de klas over praat? Misschien hebben ze helemaal geen behoefte aan nogmaals geconfronteerd worden met hun verdriet. Volgens mij is dit het eerste wat je doet. De ouders vragen of er in de kring over gesproken mag worden. En dat geldt ook voor alle andere leeftijden.
Een tweede niet onbelangrijk gegeven is het geloof binnen de familie. Wat zegt het geloof over omgaan met de dood? Je kan bij islamitische kleuters toch niet vertellen over de "hemel". Als onderwijzeres is het belangrijk om u te informeren vooraleer je het onderwerp dood in de kring werpt. Ook dit geldt voor alle leeftijden.

Bij de andere leeftijden hoor ik de vragen zo komen: Wat is dood zijn? Waar ga je dan naartoe? Waarom sterven wij? Wiens schuld is het dat je dood gaat?

Nu begrijp ik ineens waarom mijn zoon soms nachtmerries heeft. De oma van een vriendje was gestorven. Hij vroeg steeds: mama, het klopt toch dat ze ons in een kist steken onder de grond. Ik heb dat inderdaad bevestigd. Toen kwamen de nachtmerries: ik wil niet onder de grond. Hij was 6 jaar. Ik merk nu waar zijn gedachten steeds waren: onder de grond. Enkele maanden later werd hij huilend wakker: neen hij zat niet in een kist. Zijn vriend had hem verteld dat ze oma in de oven hadden gestoken en verbrand werd.
Ik besef nu meer dan ooit dat zo'n gesprekken niet uitgesteld mogen worden. Dit onderwerp moet bespreekbaar zijn en blijven,... bij welke leeftijd ook.

Wat ik ook merk is dat mijn onderwerp zeer emotioneel geladen is. Normaal lukt het me om lang door te werken. Bij het lezen van dit boek blijven er veel vragen door mijn hoofd spoken. Het houdt me bezig. Ik moet hier meer over weten, ik moet nog boeken lezen. Dit kan goed zijn... maar ook confronterend. De waarheid kwetst zegt men dikwijls. Ik ervaar dit nu als leerkracht én als ouder. Had ik maar dit of had ik maar dat gedaan, het zou het leven veel gemakkelijker maken!


Welke lesmaterialen bestaan er en hoe zou ik het doen (vraag 3)?

In het boek staat een stukje beschreven over de dood en de school. Wat vond ik hierin vooral terug. Dat je ouders en hun geloof moet betrekken bij het verwerken van verdriet. Dit lezen gaf me ineens een goed gevoel. Waarom: dit had in zelf in mijn standpunt beschreven door erover na te denken. Het gaf me alvast terug wat energie om me verder te verdiepen in deze gevoelige materie.

Citaat 4: welke prentenboeken kan je het best gebruiken wanneer een kind geconfronteerd wordt met overlijden? enkele criteria:

1. mag niet ouder zijn dan 10 jaar
2. moet in klasverband of individueel bruikbaar zijn: zowel juf als kleuter moet dit boek kunnen "lezen"
3. moet inzicht verschaffen in het rouwproces, herkenbaar zijn voor de kleuter
4. moet illustraties en fotomateriaal bevatten

Eigen standpunt

Ik ga met enkele criteria rekening houden bij het zoeken van goede prentenboeken. Maar, ik ben het oneens met het eerste puntje. Waarom mag een boek niet ouder zijn dan 10 jaar? Alle boeken verouderen toch! Wil het daarom zeggen dat ze minder goed zijn? Zelf is mijn bronnenboek van 1995, dus dit is minder goed? Integendeel. Ik ben heel blij dat ik dit boek gelezen heb.
Als voorbeeld wil ik graag het boek Kikker en het vogeltje van Velthuys M nemen. Ik vind dit een zeer mooi prentenboek over een dood vogeltje. Maar ja, het is van 1991. Neen, van mij mogen de boeken gerust ouder zijn dan 10 jaar, als het inhoudelijk maar aanspreekt, als het boek interacties uitlokt, als kleuters erover nadenken,...

Citaat 5: Tip: maak in je klas een stille(re) hoek

Eigen mening

Niet elke klas heeft een stille hoek. Ik vraag me dan ook af wat het geeft als je die in het midden van een schooljaar ineens introduceert. Ook al maak je duidelijke afspraken, gaan de kleuters die dan ook echt gebruiken? Zelf vind ik het het proberen waard. Ergens kussens, knuffels, een tafeltje met tekenmaterialen (want hier kunnen ze nadenken over gevoelens en die dan ook uitschrijven), prentenboeken, enkele sfeerbrengers zoals een lichtje, veertjes,... Weer een tip die ik meeneem. Ook al is dit geen lesmateriaal, het is iets waar je niet veel voor nodig hebt en zeer gemakkelijk kan organiseren op de moment dat je met verdriet geconfronteerd wordt. Maar misschien is het toch handiger om deze hoek al in het begin van het schooljaar te voorzien. Zo zijn kleuters vertrouwd met de functie, de afspraken,...

Citaat 6: godsdienstige rituelen, gebeden en bijbelverhalen

Godsdienstige rituelen gebeuren best op schoolniveau.  Het kan aangepast worden aan de leeftijd maar de kern blijft hetzelfde. Het blijft voor kleuter of lager schoolkind herkenbaar.

Jezus, mijn oma is dood.
Ze wordt morgen begraven.
Mijn papa zegt dat ik zelf mag kiezen
of ik mee naar de begrafenis wil of niet.
Ik ben echt wel een beetje bang
om mee naar de kerk te gaan.
Wat moet ik doen Jezus?

(schrijven, gedichtenbundel onbekend)

Zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament vinden we verhalen die handelen rond sterven. Het grote
probleem is dat deze verhalen ofwel psychologisch gezien niet geschikt zijn voor kleuters, ofwel behoren tot het genre wonderverhalen.

Mijn standpunt

Wat de godsdienstige rituelen op schoolniveau betreft denk ik dat er maar weinig scholen zijn die deze rituelen hanteren. WEL als ze geconfronteerd worden met een sterfgeval binnen de school. Hoewel ik denk dat dit positief zou kunnen zijn in de verwerking van verdriet, moet ik bijna stilletjes zeggen dat dit bijna onmogelijk is. En ook al zouden die rituelen er zijn: worden ze dan echt gehanteerd op school. Ik vrees dat het onderwijs de lat zo hoog legt dat andere plannen voorrang krijgen. Er moet een gezondheidsbeleid zijn, een schoolwerkplan,... Ik vrees dus dat dit in verschillende scholen bijna onbegonnen werk is. En de scholen die dit toch hanteren: een welgemeende appreciatie van mezelf.

Wat wel kan is klasgebonden. Dit brengt me bij de gebeden. Een gebed behoort toch tot de klasrituelen van het katholiek onderwijs. In mijn onderzoek ga ik op zoek naar gepaste gebedjes voor kleuters. Hier alvast eentje uit "even stil". Gebedjes voor kleuters:
Kijk eens, lieve oma,
Ik brand een kaars voor jou.
Ik weet wel dat je dood bent.
Maar dan zie je toch dat ik van je hou.
Ik ben ervan overtuigd dat er nog andere gebedjes zijn. Hier ga ik naar op zoek en steek ze bij in mijn aangelegd mapje: tranen.
Wat bijbelverhalen betreft: daar ben ik het mee eens. Ook in de opleiding wordt gezegd dat kleuters soms "teveel" en "te jong" overladen worden met bijbelverhalen. Bijbelverhalen kunnen als ze aansluiten bij hun leefwereld en zoals reeds vermeld geen wonderverhalen zijn maar ontmoetingsverhalen. Zelf opteer ik hier voor prentenboeken. Met de prentenboeken kan je overal terecht,... ook in andere onderwijsnetten.

Voor meer informatie over gedichtjes, prentenboeken rond verdriet ga je terugvinden in een van de volgende berichten.

Sandra

donderdag 21 juli 2011

Stap 3: mijn onderzoeksvragen

Beste bloggers,

Het was even een denkwerk. Enkel over de eerste vraag heb ik niet nagedacht, die spreekt voor zich. Omdat ik over dit onderwerp weinig praktisch weet lijkt het me evident me af te vragen hoe kleuters rouwen, hoe zij tegenover de dood staan.

Hier volgen mijn  vragen:

  1. Hoe rouwen kleuters? Wat denken ze over de dood en hoe staan zij hier tegenover?
  2. Rouwt een kleuter van 3 jaar anders dan een kleuter van 5? Hoe kan een kleuteronderwijzeres hen helpen bij de verwerking?
  3. Welke verschillende soorten lesmaterialen bestaan er reeds (of hoe doen kleuteronderwijzeressen het nu) en hoe zou ik het in de toekomst doen?
Ik wandelde door Brussel, op weg naar een sollicitatiegesprek, en ik zag er een moskee. Van moskee en ramadam gingen mijn gedachten naar de kerk, naar mijn taak van RZL. Eigenlijk weet ik ook niet veel over hoe andere religies omgaan met de dood. Ik vermoed dat als ik hier zal werken er een mix van culturen en godsdiensten in mijn klasje gaat zitten. Ik voeg er nog een extra vraag aan toe

    4.  Wat zijn gewoonten, rituelen van andere religies bij de dood, een verlies?

Mijn verwachtingen over deze leervragen

Ik vind verdriet, de dood,... absoluut geen leuk onderwerp. Praten, erover nadenken doe ik niet graag. Maar ik besef dat dat een deel wordt van mijn taak als kleuteronderwijzer. Daarom wil ik voor mezelf preventief werken. Ik heb nog geen klasje, ik kom er NOG niet mee in contact, maar in de toekomst zal dat ooit wel het geval zijn.

Ik wil "het verdriet" voor zijn. Ik wil weten hoe ik er dan mee moet omgaan en voorkomen dat ik met een mond vol tanden voor mijn klasje sta. Dit alles zal ik leren door er eerst over te lezen, daarna te praten met mensen die al een verlies meemaakte, info vragen aan kleuteronderwijzeressen. Dit zijn allemaal dingen die ik hoop te kunnen verwezenlijken. Daarna trek ik mijn conclusie en beschrijf ik hoe ik het later zou willen doen. Voorlopig is dit nog een groot vraagteken maar met de antwoorden op mijn onderzoeksvragen zal ik toch al een grote stap verder staan.

Zo, dit zijn de vragen. In de volgende berichten zullen de gevonden antwoorden verschijnen per geraadpleegde bron.

Sandra



zaterdag 16 juli 2011

Stap 2: eigen voorlopig standpunt innemen

Eigen visie en ervaringen met de dood, verdriet of rouwen

Beste bloggers,

Ik wil jullie aan de hand van enkele persoonlijke ervaringen vertellen hoe ik tegenover de dood, verdriet sta. Ervaringen zijn nooit gemakkelijk om neer te schrijven, maar het maakt het mij gemakkelijker om aan te geven waarom ik er zo over denk. Hierbij enkele persoonlijke ervaringen:

 1. Mijn grootvader overleed toen ik 16 jaar was. Nog nooit had ik een overlijden meegemaakt. En toch wist ik dat het eraan kwam, je ziet je grootvader aftakelen. De dag van zijn overlijden wilde ik niet naar school maar ik moest. "Nu niet, we hebben nog veel te regelen" was het antwoord van mijn ouders. Op de begrafenis liet ik geen traan en sindsdien weiger ik naar een kerkhof te gaan. Het woord alleen doet me huiveren.

Mijn visie
 Is zo'n reactie gezond? Hebben kleuters dit ook als we gewoon doen alsof het leven verder gaat, geen rekening houden met hun gevoelens? Rouwen ze wel? Ik denk het wel maar heb geen idee hoe.


2. "Mama, Trixie (onze poes) ligt in de goot te slapen. Waarom ligt hij niet in zijn mandje?" vraagt mijn zoon van 4 jaar. Nu even niet, we moeten naar school. En weg ben ik en laat hem onwetend achter op school. 's Avonds is Trixie weg, de mand weg, eetbakje weg. Papa stopt hem onder de grond. Waar is Trixie nu? Onder de grond, Trixie is dood.

Mijn visie
Dit is alvast een mooi voorbeeld van hoe het NIET moet. Nu hebben we kippen, de ene al wat ouder dan de andere. Wat gaat mijn dochter van 5, die nogal mondig is, me allemaal vragen en hoe ga ik ermee om? Voor mij nog steeds een raadsel. Ik hou niet van praten over de dood, maar het zal toch moeten.


3. Dit is geen ervaring over de dood, rouwen, maar wil het toch meenemen als ervaring met verdriet. Zeker omdat de gedachte, de gevoelens die ik toen had nog steeds sterk zijn. Deze gebeurtenis vergeet ik nooit. Enkele jaren geleden stond ik als ondersteunend leerkracht in het lager onderwijs. Op het einde van het schooljaar verliet een leerkracht de school zonder afscheid te nemen van zijn leerlingen. Ik kwam in de klas terecht, kon de boodschap overbrengen dat ik een week de klas zou overnemen. Heel de klas begon te huilen. Daar sta je dan, wat doe je ermee. Ik kon geen 25 kinderen troosten. Radeloos haalde ik de leerkracht godsdienst erbij. Die zal wel weten hoe het moet!

Mijn visie
Waarschijnlijk zagen deze leerlingen dit voorval als "het nooit meer terugzien van hun meester". Bij sterven is dat ook zo: nooit meer terug zien. Als leerkracht kon ik hen begrijpen, maar troosten kon ik niet. Werken rond gevoelens zit niet in mijn opleiding als turnleerkracht. Maar als kleuterleidster moet ik hiermee om kunnen gaan. Dit wordt een moeilijke opdracht, maar ik ben blij dat ik ze kan doen.


4. Mijn tweede ervaring met de dood: een zelfmoord. Veel wil ik hierover niet kwijt, maar het beïnvloedt wel mijn manier van denken over de dood.

Mijn visie
Waarom doen mensen zoiets, dat is de enige vraag die ik me kan bedenken. Maar het is de verkeerde, daarop gaan mensen nooit een antwoord vinden. Ik ga meer nadenken over hoe de nabestaanden hiermee omgaan. Wie geven ze de schuld? De kans dat een kleuter hiermee in contact komt is klein maar bestaande. Die persoon had ook kinderen.


5. Wat doe je met kinderen die constant praten over de dood, tekenen over de dood? Ondertussen is mijn zoon bijna 10 jaar. Ik laat hem begaan, het is een manier om iets te vertellen, hij is met de dood bezig. Ik wil dat hij erover praat, maar dat doet hij amper. Met tekeningen kan hij zich uiten: over de ene tekening wil hij iets kwijt, over de andere niet. Is dit fantasie? Doen kleuters dit dan ook?

Mijn visie
Ik heb dit een lange tijd in de doofpot gestoken. Dit is normaal, kinderen praten daar veel over. Maar dit kan niet blijven duren. Ik praat hier regelmatig over met hem, het zorgt ervoor dat ik meer opensta voor dat woord dat ik verafschuw: de dood. Ik ga op zoek naar boodschappen in zijn tekeningen, durf hem ermee te confronteren. Samen maken we dit onderwerp in ons gezin bespreekbaar. Maar bespreken in een klas is nog een stapje te ver.


6. Media: daar zijn weinig woorden voor nodig. Kijk eens naar het nieuws, gaat er een dag voorbij zonder slachtoffers? Ook kinderen, kleuters horen dit en brengen boodschappen mee naar de klas. Momenteel hoor ik: "In Syrië lag er een kindje dood op de straat. Dat zag ik op TV".

Mijn visie
Het leed van andere mensen, het verdriet, de pijn moet bespreekbaar zijn. Zwijg er niet over, laat ook kleuters niet in het ongewisse. Ik ben er zeker van dat kleuters meer gaan hebben aan de waarheid. Ja, deze kinderen worden op straat neergeschoten, ja dit gebeurt bij ons ook.

ALGEMEEN BESLUIT

Overal komen we in contact met de dood. Hoe voelen we ons dan, wat doen we met onze gevoelens? Bij mij is het vooral sterk houden en zo snel mogelijk vergeten en verder gaan met het leven. Maar als leerkracht zal ik anders moeten reageren. Je troost, praat erover, probeert hen te begrijpen, hun verdriet een plaatsje te geven. Maar mijn grote vraag is en blijft: hoe doe je dat? Die antwoorden wil ik onderzoeken, formuleren in leervragen. Ik ben ervan overtuigd dat door bronnenonderzoek ik hier veel over ga leren. Dat zal het voor mij in de toekomst gemakkelijker maken om ermee in de kleuterklas om te gaan.

donderdag 14 juli 2011

Stap 1: individuele keuze maken + voorstelling artikel

Beste bloggers,

Hier ben ik dan met mijn artikel. Maar voor jullie dit lezen toch nog even zeggen waarom ik deze taak pas in het laatste jaar maak.

2 september 2010: ik startte met de verkorte opleiding kleuteronderwijzeres. Daarbij hoort dus ook een taak RZL. Vol goede moed startte ik ermee. Maar... de combinatie studeren, gezin en het goed willen doen maakte het voor mij onmogelijk om af te studeren in juni 2011. Ik opteerde om deze taak even aan de kant te zetten tot het volgende academiejaar.

juli 2011: ik ben er heelhuids geraakt, hoe heb ik het klaargespeeld? Ligt het behalen van een diploma dan toch binnen handbereik? Ik neem mijn taak RZL terug op. Waar waren we gebleven: het artikel.

artikel

Kleuters maken doodskist voor stervende lerares
De Standaard (2007) Auteur: Bjorn Maeckelbergh
Juf Eri van den Biggelaar noemt zichzelf ,,gelukkigste bijna-dode''


De kinderen uit de klas van juf Eri van den Biggelaar moeten enkel nog het deksel van haar kist maken.


In een school in het Nederlandse Someren timmeren de kinderen in de klas aan de doodskist voor hun stervende lerares. Zo willen ze het taboe rond de dood doorbreken. Juf Eri van den Biggelaar is alvast trots op haar kist. ,,Ze is met zo veel liefde gemaakt dat ik de gelukkigste bijna-dode ben.''


Mijn mening
De dood in je klas, een eigen doodskist, zelf stervende zijn en toch als "gelukkige juf" in de klas staan. Is dit allemaal wel mogelijk? Ik wist al snel dat ik iets ging doen met rouwen, de dood (zie stap 2 voor meer uitleg).

Ik heb voor dit kort maar krachtige artikel gekozen omdat het me aan het denken zet. Iedereen komt in contact met de dood: jong en oud. En het heeft een extra touch: het is zo emotioneel geladen. Ik ben zelf leerkracht en kan me niet inbeelden dat ik zo "open" over de dood in mijn klas kan praten. Waar haalt zij die moed vandaan?

Inderdaad, "taboe rond de dood doorbreken" zo beschrijft juf Eri het. Ze heeft gelijk. Wordt er in de kleuterklas rond de dood gewerkt, wat als het me in mijn eigen klasje overkomt, hoe gaan kleuters om met de dood? 1001 vragen stel ik me hierrond, alleen zoek ik geen antwoorden. Ach, ik zal wel iets zoeken als het me overkomt. Ik krijg hier kippenvel van, zowel van het artikel als van mijn eigen woorden. En toch zal ik ermee geconfronteerd worden in de klas.

Deze taak is voor mij de ideale manier om antwoorden te zoeken op de vragen die ik me eigenlijk al langer stel dan vandaag: "de dood - rouwen bij kleuters". En dan ben ik al een beetje voorbereid om het moment DAT ik ermee geconfronteerd word. Het is misschien niet het meest plezierige onderwerp, maar in een klas is het toch altijd vreugde/verdrietjes. Aan de kleuterjuf om hier gepast op te reageren. En dat ga ik uit mijn onderzoek hopelijk leren.

Sandra