dinsdag 16 augustus 2011

Stap 5: informatiemap: Kinderen rouwen ook

Bron: Feys M., Kinderen rouwen ook, informatiemap. Brugge, Die Keure.

Beste bloggers,

Deze informatiemap bestaat uit 4 delen (rouwen, enquêtes, lessugesties en hulp). Vooral katern 3 sprak me aan. Dit was een waaier uitgewerkte lessugesties. (vraag 3: welke lesmaterialen bestaan er?) Alleen jammer dat er weinig voor kleuters in terug te vinden was. Wat heb ik uit deze katern meegenomen + eigen standpunt.


Daarna heb ik nog een stukje besproken over misverstanden rechtzetten. Ook al heeft het niets te maken met mijn onderzoeksvragen, ik vond het interessant om ze te vermelden. Het doel van RZL is toch ook "wat zet je aan tot denken over je onderwerp". Het heeft me even doen glimlachen tussen deze toch wel emotioneelgeladen materie.

Vraag 3: welke lesmaterialen bestaan er en hoe zou ik het doen? 

Les 1 ki ka kuikentje piept niet meer

Aan de hand van een levend en een dood kuikentje worden de verschillen waargenomen. Dit is iets wat ik mezelf echt niet zie doen. Ik durf zelf geen dood dier aan te raken. Maar kleuters reageren anders: je ziet ze op de speelplaats genoeg rondlopen met dode insekten. Het is natuurlijk gemakkelijker als je waarneembaar lesmateriaal hebt. Met insekten zou ik het wel aandurven om erover te praten, maar met dieren waar je een emotie in kan leggen? Neen, niet voor mij.

Les 2 mijn lievelingsdier is dood

Hier wordt gewerkt met het verhaal "Dat is heel wat voor een kat". Het verhaal gaat over een gestorven poesje. Waar is hij nu, naar de hemel ja of neen. De kleuter moet 10 dingen bedenken waarom Roetje zo'n fijne poes was. Dit verhaal ligt heel sterk bij de belevingswereld van de kleuter en beschrijft goed hoe een kleuter zich op dat moment voelt. vb: hij weent in bed, hij wil geen chocolade, waar is Roetje nu? Ook de relatie tot de ouders (troosten, open praten over de dood onwetendheid over het bestaan van de hemel,..., hoe sta je tegenover de dood (dood is doodgewoon, dood is niet terugkomen) komen erin voor.

Met dit verhaal kan je in je onthaalkring al aardig op weg. Je maakt verdriet, de dood, het leven bespreekbaar. Praten over de dood kan dus ook op een "doodeenvoudige" manier. Daar bereik je veel meer mee.

Les 3: prutske is nu niet ziek meer

Ook hier wordt met een verhaal gewerkt. Maar deze keer gaat het meer over kinderen die merken dat hun vriendje zich anders gedraagt. Door te praten vernemen ze dat de hond gestorven is. Samen gaan ze hem begraven. Het is hier vooral de verdrietige jongen die vertelt wat hij meegemaakt heeft, wat zijn ouders deden. Het is de bedoeling om dit via dramatiserend spel aan te brengen.
Persoonlijk zou ik verdriet of de dood niet met een rollenspel aanbrengen. Tenzij de kleuters gewoon zijn om in de klas dramatiserend te werken. Ik denk dat het soms al moeilijk is om in het vel van een ander te kruipen, na te denken hoe het is om verdrietig te zijn.
Maar het is wel een mooi en bespreekbaar verhaal.

Les 4: het meisje met de zwavelstokjes (lager onderwijs)

Je moest eens weten hoe blij het me maakt dit sprookje terug te vinden in een informatiemap over rouwen. Dit is een van mijn lievelingssprookjes en ik vertel dit regelmatig aan mijn dochter. Alleen snapt zij helemaal niet waarover het gaat omdat ik het zo moeilijk vind om het uit te leggen: het meisje gaat dood. Ook bij de lessuggesties staat niets, enkel het verhaal vertellen en vragen aan de kinderen wat je van het verhaal vond. Dit vind ik voor een lager onderwijs iets te weinig. Zelfs met kleuters kan je hier toch meer over vertellen dan alleen "wat vond je ervan?".

Algemeen besluit

Ik besef dat er maar weinig lesmateriaal bestaat over verdriet en rouwen. Ik ga voor mezelf een mapje maken op kleuterniveau. Wat kan ik doen als ik in mijn toekomst te maken krijg met verdriet of verlies. Ik begin alvast het het verhaal uit les 2 en 3. Als ik de antwoorden op mijn onderzoeksvraag over de lesmaterialen verzamel, dan hoop ik op het einde van mijn rit toch iets te hebben. Ik ben benieuwd of ik nog meer lesmaterialen ga vinden want 2 verhalen is iets te weinig om in een map te steken.


Citaat 1: misverstanden rechtgezet

Met welke soorten menen komen rouwenden in contact?

Mensen die rouwende mijden: dit doen ze uit onmacht. Ze reageren uit beleefdheid, meer niet.

Mensen met rotvragen: hoe is het? Kan je daar als rouwende echt een antwoord op geven?

Mensen die vervallen in clichés: Gaat het een beetje? Die mensen kunnen luisteren en geven aan de rouwende de kans om zelf te praten. En dan komen de clichés:

Tijd: ik hoop dat het na een tijd zal slijten, Tijd heelt wonden.
Leeftijd: hij heeft zijn leeftijd gehad, bij verlies van een kind: je bent nog jong, je kan herbeginnen
Schijntroost: het was het beste voor hem, hij was te ziek of hij was op slag dood, hij heeft niets gevoeld.

Schroomvolle mensen: deze kunnen luisteren, geven geen boodschap of stellen geen vragen. Ze gaan gewoon mee in de rouw.

Dit zet me aan tot denken: welk soort mens ben ik?

Eigenlijk ben ik een mengeling van een mens die de rouwende mijden en een schroomvol mens. Als het kan zal ik zoveel mogelijk uit de buurt van "verdriet" blijven. Kom ik er toch dan ben ik meer het luisterend oor. Dan hoop ik dat er niet teveel stiltes vallen want dat is toch ook een ongemakkelijk gevoel. Maar is dat wel het goede? Ik heb mezelf hier echt in vraag gesteld, iets wat ik nooit zou doen als ik hier niet had over gelezen.

En... wie ben jij?

Sandra





Geen opmerkingen:

Een reactie posten