zaterdag 17 december 2011

Lezersbrief Klasse


[klasse.jpg]

Beste lezers,

Ik ben leerkracht bewegingsopvoeding en laatstejaarsstudent kleuteronderwijs aan de Katholieke Hogeschool in Leuven.  Voor het vak Religie, Zingeving en Levensbeschouwing heb ik een onderzoek gedaan rond “omgaan met verlies in de kleuterklas”.

Waarom kies je voor zo’n emotioneelgeladen onderwerp? Als kleuteronderwijzeres zal ik toch ooit geconfronteerd worden met verlies en hoe pak je dat dan aan. Bij aanvang van het onderzoek wist ik totaal niet hoe eraan te beginnen. Nu kan ik zeggen dat ik me veel veiliger en voorbereid voel en dat ik met een gerust hart voor een klas kan staan. Het onbekende gevoel is nu vertrouwder geworden.

Om dit onderzoek zo representatief mogelijk voor te stellen, haalde ik veel informatie uit boeken rond rouwen met kinderen, websites en zelfs uit levende bronnen. Ik interviewde Manu Keirse, auteur van het boek “Kinderen helpen bij verlies” en maakte zelf een troostkoffer.

Een rouwproces bij kleuters moet ernstig genomen worden.  Het gebeurt wel eens dat ze aan hun lot overgelaten worden omdat ouders teveel met eigen verdriet bezig zijn of omdat het onderwerp gewoon vermeden wordt. Laat hem maar even doen, hij is verdrietig. Om de dood te begrijpen zijn ze nog veel te jong. Niets is minder waar. Kleuters rouwen en zitten wel degelijk met met vragen. Maak het a.u.b. bespreekbaar binnen de klas. Rouwende kleuters hebben een veilig gevoel en veel genegenheid nodig. Ze hebben recht op de waarheid, daarna zullen ze op hun eigen manier rouwen, met hun gevoelens omgaan. Houd er rekening mee dat kleuters dit minder op een verbale manier zullen doen. Zij uiten hun verdriet in spel, tekening, praten over een prentenboek,... Geef hen de kans in de klas om met hun verdriet om te gaan, en dit op hun eigen tempo.

Mijn boodschap aan elke onderwijzer, ouder, iedereen die dit leest:  wees voorbereid op de dag van het verdriet, informeer jezelf.  Wees ervan bewust dat een kleuter wel degelijk rouwt en dat hij de steun van een vertouwd volwassene best kan gebruiken. Houd het onderwerp bespreekbaar, levendig in de klas in plaats van het te negeren.

Iedereen heeft iets meegekregen waarmee je kleuters kan helpen: een hart op de juiste plaats. Laat hen weten dat je er voor hen bent, steun en troost hen door dik en dun.

Sandra De Brue





Eigen standpunt: Toespraak van Obamah over politiek en religie

Beste bloggers,

Ook dit is een onderdeel van RZL. Ik las een Engelstalig verslag over zijn toespraak en denk er het mijne over.

Neen, zo'n artikels zijn niet aan mij besteed. Ik ben meer met onze samenleving bezig. Ocharme, zie me hier zitten, de kleine Belg. Eindelijk hebben we een regering. We mogen er fier op zijn, op onze politiek.

Waar ik me wel in kan vinden is erkenning van de religies. Die zijn er inderdaad, in elke samenleving. Maar of de politiek zich daarmee moet bezig houden is een ander paar mouwen. Als we eens zouden starten bij onszelf, eens rondom ons kijken. Kennen we onze buren nog, maken we nog deel uit van het sociale leven, gaan kinderen nog naar sport- of jeugdverenigingen waar ook gewerkt wordt aan samenleven, tolerant zijn? Het zou het verdraagzame aspect al bevorderen en sommige items binnen de politiek bespreekbaar maken.

Mensen hebben de keuze om met hun geloof te doen wat ze willen: privé houden of niet. Het is aan jezelf om te ontdekken of je gelooft in wat dan ook... of niet gelooft. Mensen worden door familie, maatschappij opgelegd om te geloven. Dat vind ik jammer. Meestal krijg je het van je ouders mee, maar ook die tijden veranderen. Net zoals bij Obamah, hij ontdekte zijn geloof pas tijdens zijn hogere studies. Dan denk ik: die man kiest bewust voor zijn geloof en komt er ook voor uit. Zo hoort het, hij kiest hiervoor. Alleen is het erg dat hij voor de mensheid moet bewijzen dat hij geen Moslim is. Maar zoals ik al zei: ik blijf liever op eigen bodem en probeer mee te leven, voelen met de problematiek van ons Belgenlandje.

Eigenlijk is het op de hele wereld hetzelfde: iedereen wil hetzelfde, iedereen buigt zich over dezelfde problematiek: armoede, racisme, abortus, discriminatie, hoofddoek/burka of niet,... Oplossen of bespreekbaar maken begint bij een mentaliteisverandering van mens en overheid. Hoe begin je daaraan? Een goede vraag. Als we daar een antwoord op zouden vinden was de helft van onze problemen al opgelost. Leer naar mekaar te luisteren, naar mekaars standpunten. Probeer een gemeenschappelijk compromis te sluiten. Ach, op papier is het eenvoudig, de praktijk is helaas anders.

Mijn besluit: ik zal nooit een politicus zijn, maar een mens ben ik wel. En menselijk ook. Als leerkracht moet dat ook. Ik probeer in mijn gezin, aan mijn kleuters waarden mee te geven waarvan ik denk dat ze goed zijn voor onze samenleving, ongeacht hun geloof. Of ik de wereldverbeteraar ben? Ik denk het niet, maar alle beetjes helpen.

Sandra





woensdag 14 december 2011

Verplichte literatuur: 2 artikels

Beste bloggers,

Een van mijn laatste opdrachten voor RZL is een mening neerschrijven over 2 artikels. Hieronder volgt mijn persoonlijk standpunt.

Artikel 1: De tolerantie voorbij, Steve Stevaert

Tolerant! Dat woord maakt me boos en teleurgesteld. De tolerantie voorbij, ja, daar ben ik het mee eens. Of ik me moet verduidelijken? Kijk eens naar het nieuws, in welk werelddeel, in welke stad heerst er nog tolerantie?

Iedereen heeft recht op een waardig leven. Helaas wordt dit door diversiteit bemoeilijkt. We hebben allemaal verlangens, wensen én eisen, of je nu moslim, katholiek, protestant,... bent. Natuurlijk vormen deze mensen groepjes. Wij gaan zelf toch ook op zoek naar mensen die iets gemeen hebben met onszelf. En dan begint het: rellen, discussie, onverdraagzaamheid, geweld, extremisme. Ook ik zie de toekomst somber in.

Waar zijn de woorden: verdraagzaamheid, nieuwsgierig zijn naar het "andere", openstaan voor elkaar, samenleven, luisteren, respect!

Waarom doen mensen niet eens wat meer moeite? Iedereen moet samenwerken/leven met mensen die op een eender wel vlak "anders" zijn. Bestaat de normale mens wel? Ofwel leven ze in een andere cultuur, hebben ze andere religieuze rituelen, ofwel hebben ze een andere sexuele geaardheid, zijn ze anders, ofwel zit hun uiterlijk niet mee, hebben ze lichamelijke afwijkingen en zijn ze alweer anders.
Op school is dat toch ook zo! Momenteel leg ik contacten met ouders, kleuters van verschillende religies. Moet ik hen dan als anders beschouwen, hen anders bekijken, beoordelen. Neen, het zijn doodnormale mensen, mensen zoals u en ik. Mensen met recht op een eigen bestaan. Wat ze met hun levensbeschouwing doen is hun keuze. Ergens heb ik een bewondering voor mensen die uitkomen voor hun geaardheid, voor hun religie. Zolang er maar wederzijds respect is! Want daar draait het toch om: respect en verdraagzaamheid.

Ik verwacht dan ook het omgekeerde: kunnen mensen van andere religies,... aub een beetje respect opbrengen voor de religie, gewoontes van het land waar ze in terecht komen? En niet alles laten draaien rondom hun wereld? Want wees eerlijk, soms is het moeilijk om u Belg te voelen. Pas op, ik spreek hier zeer negatief. Maar ik kan begrijpen dat mensen zich kanten tegen "de anderen". Wat doe je als je auto voor de zoveelste keer beschadigd is door vandalisme, er voor de zoveelste keer is ingebroken en wie weet wat nog allemaal. Ik weet het, dit zijn negatieve vooroordelen, maar ik kan ze begrijpen. Ook ik werd als jonge leerkracht het slachtoffer van vandalisme op school, ook ik heb messen op school gezien. Die jongeren waren amper 14 jaar oud. En daar moet je dan les aan geven. Ik heb dus ook in de "opkomen voor mijn eigen rechten, al het andere is slecht" gezeten. Hoe kan je dan in hemelsnaam respect afdwingen als ze met een mes voor uw neus staan? Probeer het eens.

Vandaar: probeer aub met elkaar samen te leven, praat en luister naar elkaar i.p.v. mekaar aan te vallen. Want op een aanval wordt gereageerd met een tegenaanval. Daar komt alleen miserie van!


Artikel 2: Katholiek onderwijs, dynamisch en pluriform

Waar ik even bij wil stilstaan is de "verbondenheid". Druk, druk, we zijn een 1000-poot, moeten alles tegelijk doen. En liefst zo goed en snel mogelijk. Sociale contacten zijn bijna uitgesloten. "Balanceren op de grens tussen anonimitiet en communicatie".

Dat klopt: zo voel ik mij NU. Ik voel me verbonden met mijn computer en leef in de anonimiteit: niemand hoort of ziet me nog. Ik ben er zeker van dat dit in meerdere families, gezinnen voorkomt. We hebben geen tijd meer om te leven, stil te staan bij onszelf.

Komen we dan toch in contact met anderen, dan willen we gerespecteertd worden. Want iedereen is nu eenmaal anders. Mijn contacten zijn momenteel vooral op professioneel gebied. Ik zie collega's, kleuters, ouders,... Ik ben één van de zovele leerkrachten die zich de vraag stelt "waar doen we het voor?" Leerkracht zijn is een roeping! Ik kan me geen leven bedenken zonder kinderen, kleuters rondom mij. Ik kan genieten van een simpele lach, voldoening halen uit de woorden: "juf, ik vind het leuk in ons klasje". Daar doe ik het voor.

Mijn jarenlange ervaring heeft me de kans gegeven om in alle onderwijsnetten te staan. En... ik blijf dezelfde juf met eigen normen en waarden. Een juf die (zoals elke leerkracht zou moeten zijn) openstaat voor andere religies, culturen, met respect voor anderen.
Ik ben toch ook een deeltje van een culturele en sociale samenleving.
Het is aan mij om me aan te passen aan de waarden en rituelen van de schoolcultuur waar ik tewerkgesteld word. Dit is de realiteit. Ik zal er lesgeven op mijn eigen, unieke en originele manier, met mijn eigen identiteit. Er bestaan geen 2 identieke leerkrachten.

Leerkrachten moten op een dynamische manier kunnen omgaan met kinderen, iedereen moet zijn plaats krijgen en moet zijn verhaal kunnen doen. Enkel zo krijgen ze antwoorden op hun vragen, zullen ze zich begrepen en aanvaard voelen, ontwikkelen ze hun eigen identiteit.

Niet alleen het katholiek onderwijs is dynamisch en pluriform, maar OOK de leerkracht.
Sandra

donderdag 24 november 2011

Gelijkekansenuur: lezing over omgaan met verlies en verdriet

Dag bloggers,

Op 27 oktober woonde ik een lezing bij over omgaan met verlies en verdriet in het provinciehuis in Leuven. Ik twijfelde geen moment toen ik de advertentie zag: een gratis lezing tijdens de middagpauze door Manu Keirse, auteur van mijn bronnenboek en infomap.

Ik zag meteen zijn boek mijn bronnenboek "Kinderen helpen bij verlies" voor me, alle tips kwamen ineens terug. Het zou fantastisch zijn om hem als levende bron te kunnen strikken. Ik zou mijn onderzoeksvragen kunnen stellen en kijken of ik goed bezig ben. Zou hij me nog extra tips kunnen geven, specifiek voor een kleuterklas? Helaas moest hij na de lezen onmiddellijk weg.

Ik betrad de aula en wist niet wat ik zag. Ik startte het tellen van de mensen: rond de 80 heb ik opgegeven. Dit had ik echt niet verwacht. Waarschijnlijk zit ik hier als enige student, waarom komen al die andere mensen dan? Het is even slikken, als je beseft dat er waarschijnlijk zoveel mensen verdriet hebben. Ik werd er stil van.
De observator in mezelf kwam boven. Ik voelde de spanning in de zaal, je ziet de emoties bij verschillende mensen, je hoort de reacties.

De lezing startte met een sprookje over 3 bomen die pijn voelden bij het verlies van een tak en hoe ze ermee omgingen. Zo simpel en mooi verwoord, iets wat je zelfs bij kleuters kan vertellen.
Wat ik niet ga doen is de hele lezing uitschrijven, daarvoor komt er teveel uit het boek terug. Enkel de aandachtspunten en punten gericht naar kinderen wil ik bondig mededelen.

  • Praat open met kinderen over de dood en verlies: ze hebben recht op een eerlijk en correct antwoord (pleidooi)
  • in verschillende culturen zijn er andere rituelen en andere woorden, maar de pijn blijft hetzelfde voor iedereen. Zijn dat geen mooie en oprechte woorden?
  • Bespaar kinderen geen verdriet: liefde en verdriet horen samen
  • Zorg dat je degelijk geïnformeerd bent over verdriet. Had ik dit al zelf niet aangehaald: opleiding voorzien voor mensen die met mensen werken, jong en oud.
  • Rouwarbeid is een emotionele arbeid, nodig om verlies te verwerken

Stadia en taken + hoe kunnen we rouwende mensen hierbij helpen?

1. onder ogen zien van de werkelijkheid van het verlies

Mensen in rouw zien soms de overledenen nog zitten. Ze verklaren zichzelf gek, ze hebben zogezegd hallucinaties. Neen, dit is een NORMALE reactie.

Hoe helpen? stuur de mensen naar politie, dokter, ouders, juf,... zodat ze un verhaal meerdere malen kunnen vertellen. Het helpt om afscheid te nemen. Ook kinderen moeten kunnen begrijpen wat verdriet is. Laat hen de zintuigen gebruiken: kijken en voelen aan de overledene i.p.v. hen thuis te laten bij de laatste groet. Geef open en eerlijke antwoorden.

4 sleutels voor kinderen:
- luisteren
- correcte informatie geven in alle omstandigheden
- omringen met warmte
- de herinnering levendig houden

2. ervaren van het verlies

Explosieve emoties: ze hebben een gevoel van depressie, dus medicatie nemen. Alweer mis. Boosheid, schuldgevoelens zijn normale emoties. De pijn en boosheid komt naar buiten.

Hoe helpen: blijf de naam van de overledene benoemen. Ga dit niet uit de weg door het praten over de overledene zoveel mogelijk te vermijden. Het zou wel eens te pijnlijk voor de rouwende kunnen zijn.
Ook bij kinderen is dat zo. Ze maken zich boos op de tafel die hen pijn heeft gedaan, ze maken zich boos op de overledene die hen pijn geeft. Op een bepaald moment kunnen ook bij kinderen de stoppen eens doorslaan.

3. aanpassen aan de wereld zonder de overledene

We moeten er ons bewust van zijn dat de rouwende heel veel geconfronteerd wordt met het gemis van de overledene. Denk maar aan moederdag, de eerste schooldag bij verlies van een kind,...

Hoe helpen? Luisteren naar hun verhaal, ook al heb je het al 100 keer gehoord. Het maakt deel uit van het rouwproces

4. Leren houden van het leven

Ze durven niet meer houden van het leven en personen

Hoe helpen: zorg en aandacht aan hen schenken.


Een vraag vanuit het publiek: hoe vertel je over zelfdoding aan je kind?

Eerlijk, want het komt toch uit. Lieg hen niets voor.

Was die persoon psychisch ziek: hij was ziek, zelfs in het ziekenhuis konden ze hem niet helpen
Niet psychisch ziek: hij had zo'n groot probleem dat hij het niet meer zag zitten. Als jij ooit zo'n groot probleem hebt praat er dan over, met wie dan ook.

Ook al hoorde ik veel informatie uit de boeken, ik vond het vooral boeiend om te kijken, te luisteren, mee te voelen met anderen. Het verbaasde me van mezelf: ben ik dan toch in staat om met verdriet bij anderen om te gaan? Het is net alsof ik me meer voorbereid voel op de dag die we allemaal ooit in ons leven meemaken: een verlies.

Alleen jammer dat onze afspraak niet kon doorgaan. Toch beschouw ik dit als een goeie levende bron. Ik heb geleerd dat ik heel veel tips kan vragen aan kleuterjuffen, maar ik voel me gewoon meer op de hoogte. Ik ben geïnformeerd. Vandaar: Manu Keirse en zijn lezing is me meer waard dan enkele tips  op video te zetten. Want kleuterjuffen waren mijn eerste optie als levende bron.

Sandra




woensdag 23 november 2011

Interview met Manu Keirse, auteur van het bronnenboek Kinderen helpen bij verlies

Beste bloggers,

Hier heb ik enorm naar uitgekeken: een interview met Manu Keirse. Ik ben hem dan ook zeer dankbaar dat hij even tijd voor me wilde vrijmaken. Dat even praten werd bijna een uur. Je vindt er enkel een geluidsfragment van terug.

Mijn eerste stap was mijn onderzoeksvragen doormailen. Misschien kan hij me nog informatie geven. Maar ik heb mijn mening herzien. Eigenlijk heb ik al een duidelijk antwoord op mijn vragen, ik wil meer praktische zaken weten.

Op de lezing had ik al aangevoeld dat het een praatgrage man is, iemand die zo mooi kan vertellen over zijn ervaringen, ervaringen van andere mensen. Ik heb steeds geboeid geluisterd. Misschien kan hij me iets vertellen over ervaringen met kleuters, wat denkt hij van mijn "toekomstige aanpak bij verdriet", wat denkt hij over mijn tranenkoffer? Hierbij een kort overzicht van enkele gestelde vragen.

Kan een kleuterjuf werken met een vers of prentenboek als een kleuter vertelt: "mijn papa is dood?"

Neen, het staat haaks met wat er met het kind gebeurt. Boeken en gedichten zijn meestal een teken van onmacht van de volwassene.

Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar het maakt het onderwerp verdriet wel bespreekbaar in de klas.

Wat kan je doen om het kind te helpen? Daar zijn 4 sleutels voor:
- luisteren
- correcte informatie geven
- warmte, liefde en genegenheid
- de herinnering levendig houden.

Deze stappen kwamen in zijn lezing ook terug

Wat doe je dan met die andere 20 kleuters die ook in de kring zitten en helemaal niet beseffen wat die ene kleuter net vertelt?

Lesgeven, hen erbij betrekken. Laat ze zien, voelen, horen wat je doet bij iemand die sterft. Vertel over verdriet en verlies. Wat betekent dood zijn? Hoe zou jij je voelen als ineens je mama nooit meer terug komt?

Kan je ze ook een tekening laten maken voor het rouwende kind?

Niet onmiddellijk, eerst praten en luisteren. Weet je als volwassene niet hoe je in de kring moet reageren, vraag het aan de professoren, de kinderen zelf. Ze zullen wel aangeven wat ze kunnen doen. Volwassenen denken teveel, laat het kind het zelf oplossen, aanvoelen.

Inderdaad, zo had ik het ook in mijn hoofd. En ja, ook ik denk teveel na. Wat als... Zeg hen "gewoon" hoe het leven en verdriet in mekaar zit. Praat erover, ga er niet lichtjes overheen. Laat ze hun verhaal maar doen, misschien komt het gesprek wel vanzelf op gang. Gewoon door ervaringen van kleuters. Is het dat niet wat we elke morgen in de kring doen: laat ze praten over wat ze hebben meegemaakt.

Wat denkt u over een tranenkoffer in de kleuterklas?

Dit is zeer nuttig, maar waarom noemt het een tranenkoffer?

Omdat het gaat over verdriet en dan huil je, dan zijn we niet blij.

Klopt, maar tranen ervaren kleuters als niet leuk, het mag niet. Hoeveel keer horen zij "stop met wenen, allé, niet wenen hoor, traantjes weg! Zij willen er niet mee bezig zijn, het schrikt hen af. Wat denk je dat de reactie gaat zijn als jij dan nog eens met een tranenkoffer in de kring stapt? Waarom noem je hem niet verdrietkoffer?

Oei, daar schrik ik van. Maar ik reageer. Ik wilde net geen verdrietkoffer. Verdriet is net wat ik niet wil horen. Hoeveel keer zeg ik niet: juf heeft verdriet omdat... en dan wordt het stil in de klas. Verdriet is niet leuk, ik wil het net leuk in de klas hebben. Natuurlijk mag iedereen verdrietig zijn, gevoelens mag en moet je hebben. Maar geef mij maar de blije gezichten. Ja er wordt in een kleuterklas gesproken over de basisgevoelens. Maar welke vinden kleuters het minst leuk? Bang en verdrietig. Daarom wilde ik geen verdrietkoffer.

Daar zit ook wat in. Na even zoeken: waarom neem je "troostkoffer" niet. Een koffer waar je altijd troost in kan vinden.

Dat was weer zo mooi gezegd! Vanaf nu heb ik een troostkoffer ipv een tranenkoffer. Ik vertelde wat er allemaal in zat.

Zeer goed: vooral materialen waar ze iets mee kunnen doen, waar ze expressief mee bezig kunnen zijn. Nog een tip: stop er enkele doosjes in, voor de geheimen in te stoppen. Het geeft de kleuter de kans iets te zeggen wat hij tegen niemand anders kan.

Besluit

Ik had nog 100 vragen kunnen stellen, maar je maakt geen misbruik van zijn goedheid. Ik ben hem enorm dankbaar voor dit gesprek. Misschien denken jullie: ik had toch meer vragen over zijn boek gesteld, over de theorie. Maar ik denk daar anders over. Nergens had ik de antwoorden gevonden op de vragen die ik gesteld heb, in geen enkel boek. Mijn vragen kwamen spontaan, op iets wat ik zie of aanvoel door te doen.

Blijkbaar ben ik een gedreven student, iemand die verder nadenkt dan haar neus lang is. Klopt ook. Ik ben fier op Manu Keirse als levende bron en beschouw dit (voor mezelf) een meerwaarde voor mijn weblog.

Na het interview vertelde hij me dat hij vroeger lezingen gaf aan de derdejaarsstudenten. Dat doet hij nog steeds in andere hogescholen, maar niet meer in KHL. Dit zou in het lessenpakket van elke onderwijzer moeten zitten. Tja, dat is een andere discussie. Maar hij heeft ergens wel gelijk. Ach, ieder pleit voor zijn eigen vak. Ik ben ook fanatiek als het om beweging in een kleuterschool gaat, dat mag niet verdwijnen.

Ik hoop dat jullie iets geleerd hebben uit ofwel de gesprekken met de levende bronnen ofwel mijn manier van praktisch werken met levende bronnen.

Sandra

maandag 21 november 2011

Bevindingen van levende bronnen en vers

Sorry,
Ik heb mijn bericht wat te snel gepost. Ik was vergeten mijn bevindingen erbij te schrijven. Van een levende bron moet je toch iets leren.
Voor diegene zonder "klank" op de pc, hierbij een korte samenvatting van onze gesprekken.
Vraag 1: wat is verhuizen in de nacht?

L: doodgaan
B: doodgaan zonder dat je het weet

Vraag 2: waar is oma als ze je vertelt: doodgaan is verhuizen in de nacht?

L: in de hemel.
Ik vertel haar dat oma nog leeft als ze dit zegt.
L: in haar huis

Vraag 3: waar gaat ze naartoe, wie helpt haar koffers dragen?

L: ze gaat naar opa (terwijl die nog leeft). Daarna gaat ze naar haar graf terwijl niemand haar helpt.
B: ze gaat naar haar doodskist. Niemand helpt haar met haar koffers, je hebt er geen nodig in je graf. Er zijn wel mensen die oma dragen in een koffer, in een kist naar haar graf.

Vraag 4: kan je ook verhuizen overdag?

B: als je dood bent niet, als je leeft wel. Onder de grond kan je niet verhuizen.

Vraag 5: Is er leven na de dood?

B: Is mogelijk, ik weet het niet. Je kan niet leven na de dood.

Het resultaat:

Lennie maakt een ziekenwagen met oma erin die naar de hemel kan vliegen. Er staan lichten op om in de donker te verhuizen en een sirene. Aan het verkeersbord begint de hemel. De ziekenwagen heeft een wit kruis maar dat is in het echt niet zo. Een ziekenwagen kan toch ook niet vliegen!

Brecht maakt een graf met 2 kruisjes, eentje staat er altijd op het andere vervangt de naam en de foto van de dode. De grafsteen is grijs en oma ligt eronder. Er staan geen bloemen bij, het graf is wit want er zijn mensen die dat met verf bespuiten en de bloemen stelen. Daarom zet ik er geen bij. 2 maal de oma en niet de naam wil zeggen dat zijn oma daar ligt en geen 2 km verderop. Ze ligt hier!

Sandra:
L: dit is de hemel en de lucht. 's Nachts zie je een ster en overdag is het gewoon lucht.
B: je tekende de hemel boven ons. Als meme overdag sterft wordt ze een wolk, 's nachts een ster. Hij had gelijk. Dat wilde ik horen.

Wat leer ik hieruit?

Wat was het moeilijk om bij een 6-jarige te praten over dood zijn. Misschien was het versje niet geschikt. Misschien ligt het niet bij haar leefwereld. Zij denkt niet na over de dood, er is niets dat aanleiding geeft dat haar oma kan sterven. Ik blijf dus toch een beetje zitten met het bespreekbare in de klas. Geef mij maar een moment waarop het verdriet zich voordoet. Dan heb je ergens een houvast, nu heb ik niets, alleen een vers.
Deze activiteit kwam echt waar uit het niets. Nergens werd iets afgesproken, ik liet ze maar praten, maken, nadenken. Je merkt hoe concreet ze denkt: dood - ziekenwagen. Zou ze een manier weten van doodgaan. Ik vroeg ernaar: ja als je ziek bent, of in een auto-ongeluk. Ah ja, als je zo oud bent als bobonne kan je ook sterven. Kinderen konden niet sterven, die zijn te jong. Ah ja, die sterven toch, van de honger in Afrika (op school en scouts werken we rond armoede).
En toch komt die fantasie erbij. Een vliegende auto, een verkeersbord met hemel,... ze denkt er wel over na. Daarbij kwamen dan tijdens het knutselen die ingevingen van een sirène, of toch niet want oma hoort dat niet meer. Die is dood. Waar haalt ze dat toch allemaal? Het mooiste vond ik de lichten: om te verhuizen in de nacht want dan is het donker. Schitterend!
Je merkt ook dat oudere kinderen anders met de dood bezig zijn. Brecht is bloedserieus en windt er geen doekjes om: doodgaan is naar een graf, een kist, meer niet. Leven na de dood is neen, of toch een kleine twijfel. Hij reageert op de fantasie van zijn zus: allé een ziekenwagen en geen lijkwagen, vliegen dat kan toch niet,... Hij was diegene die zeer snel doorhad wat ik schilderde: dag en nacht, een hemel met wolken en sterren. Mijn meme zal er altijd zijn. Hij was het die reageerde dat mijn tekening niet klopte. Wat als het dag is en de zon scheen, waar is meme dan? Ik probeerde nog eens terug te komen op het leven na de dood, maar hij ontweek me. Ik weet uit ervaring dat ik er niet verder op in moet gaan. Hoofdstuk RZL voor hem gesloten.

Wat hij zou maken was voor mij absoluut geen verrassing: een concreet graf met een kruis. Hoeveel keer heb ik dat al niet in zijn tekeningen gevonden. Een graf is dood, weg, verdwenen, vergeten. Wat me wel verbaasde was dat hij in 3D ging werken. Normaal is het een snelle maar duidelijke tekening, nu gaf hij het echt een vorm.
Ik had verwacht dat hij meer ging vragen over wat er na de dood gebeurde, maar al die vragen bleven weg: het knutselen was belangrijker. Hij was enorm geconcentreerd bezig aan zijn graf.

Wat met het brengen in een klasje? Voor mij nog wat te vroeg. Ik ben ook zo nuchter en blijf het moeilijk vinden om er met kleuters over te praten. Geef mij toch maar een prentenboek, dat ligt korter bij hun leefwereld, de prenten maken het onderwerp bespreekbaar. Je hebt iets concreets in handen. Maar de versjes blijven wel in mijn tranenkoffer zitten. Je weet nooit waar ze goed voor zijn!

Sandra

zondag 20 november 2011

Uitwerking van een gedicht "verhuis" met mijn 2 levende bronnen

Dag bloggers,

Ik mis nog een levende bron: mensen waarmee je iets uitprobeert, waar je mee praat, waar je iets van leert. Eerst wilde ik tips verzamelen van kleuterjuffen, maar hoe meer ik met mijn taak bezig ben, hoe minder ik ervan overtuigd ben dat ik hiervan zal bijleren.

Daarom dacht ik: als ik eens uitprobeer wat ik in mijn vorig bericht beschreef. Wat kan je doen met gedichten, werk ze eens uit. Hoe zou ik het in de klas doen?
Ik besef ook dat het moeilijk is om kleuters voor een camera te laten getuigen, zeker niet over zo'n thema. En ik moet eerlijk blijven tegenover mezelf: ik voel me toch nog niet helemaal op mijn gemak in gesprekken over de dood. Vandaar mijn idee: oefen met je eigen kinderen en kijk hoe ze reageren. Lennie (6 jaar) en Brecht (10 jaar) geven hun mening.
Ik lees het gedicht "verhuis", over een oma die sterft. Daarna laat ik hen over de inhoud nadenken, stel enkele vragen. Ik eindig met: waar is oma nu? Denk erover na en maak de plek. Hoe je ze maakt mag je zelf kiezen. Wat gaan ze doen? Het resultaat krijg je te zien in het 15-minuten durende filmpje.

Nog enkele kleine reacties tussen het knutselen door. Vooral Lennie is de praatgrage, Brecht blijft geconcentreerd knutselen.

- Brecht: waarom teken jij een ziekenwagen als oma dood is? Dat is een andere wagen: een zwarte met een kruis die traag rijdt. Je weet wel, die van op school (nabij het kerkhof). Die rijden dan naar het graf.

- Lennie: piloten rijden met een ziekenwagen. Die rijden naar de lucht, net zoals oma. Mama, hoe geraakt mijn auto dan terug op de grond?
- Lennie: mijn ziekenwagen moet lichten hebben, anders kan hij niet verhuizen in de nacht
- Lennie: Oei, een foutje. Ik teken een sirène, maar oma kan het niet meer horen. Die is dood.

Veel plezier.
Sandra




donderdag 17 november 2011

Uitdiepen van en nadenken over enkele gedichten

Dag bloggers,

Gedichten opsommen is gemakkelijk: maar wat doe je ermee. Hoe ga je ermee werken in de klas? Wat is mijn persoonlijke mening hierover? Weer iets om bij stil te staan. Hoe diep je dit uit en hoe denk ik na over gedichten?

Uit de besproken gedichtenbundel (zie vorige berichten) koos ik 3 gedichten, 1 voor mezelf en 2 voor in de klas. Laten we starten met een "veilig gedicht".

In de kring Nannie Kuiper

Maandagmorgen in de kring
en vertellen aan elkaar,
hoe het in het weekend ging.
Heel verschillend, luister maar...

Roelof rende met zijn zusje
door de duinen naar het strand,
met daarachter lekker langzaam
papa, mama, hand in hand.

Liesbeth mocht het boekje kopen
dat ze in de winkel zag
en het mooist van allemaal vond.
Ja, een fijne zaterdag.

Boris kreeg een bloementuintje,
helemaal voor hem alleen,
met wel honderd kleine plantjes
en een hekje er omheen.

Roosje speelde op haar kamer
met haar oude poppenhuis,
zaterdag en ook nog zondag.
Roosje bleef het weekend thuis.

En op zondag ging de hamster
van Marieke zo maar dood.
Daarom moet ze nu nog huilen,
zit ze bij de juf op schoot.

Maandagmorgen in de kring
en vertellen aan elkaar,
hoe het in het weekend ging.
Heel verschillend - dat is waar!

Waarom veilig? Dit is een gedicht waar elke kleuter zich in kan vinden. Maar dan moet je wel van je kleuter weten dat er een huisdier gestorven is. Heb je een huilende kleuter dan vraag je als kleuterjuf toch automatisch wat er is.

Dan stap ik naar mijn tranenkoffer en haal het gedicht eruit.Lees het voor en kijk naar de reacties van de kleuters. Wat kunnen er veel dingen gebeuren: leuke maar ook minder leuke momenten.

Vraag even naar de leuke momenten: vb wie is er al naar zee geweest, net zoals Roelof. Wat heb jij in de winkel gekocht,... tot je bij Marieke komt. Hoe voelt zij zich, waarom? Ik zou de verdrietige kleuter aanspreken en vragen of hij wil vertellen wat er bij hem thuis is gebeurd.Wil hij vertellen, graag. Laat hem zijn verdriet delen met de klas. Laat de andere kleuters nadenken over hoe we hem kunnen troosten en luister naar haalbare suggesties. Een tekening, de kader uit de tranenkoffer kunnen helpen. Wil hij niet praten dan zal ik hem toch vragen of hij even op mijn schoot (of naast me) wil zitten. E, net zoals Marieke. Een knuffel, een knipoog,... laat de kleuter voelen dat je er voor hem bent.

Mijn tweede gedicht:

Verhuis Geert de Kockere

Oma had het nog
zo mooi bedacht:
doodgaan
is verhuizen in de nacht.

Waar naartoe?
Wie helpt jouw koffers dragen?
had ik haar nog willen vragen.

Maar gisteren
is oma plots verhuisd

Heel alleen en zonder koffers.
Ik weet niet eens waarheen...


Een gedicht voor de oudere kleuter dat op elk moment kan voorgelezen worden. Ik probeer me in te leven in wat een kleuter denkt. Doodgaan is sterven, maar wat is verhuizen in de nacht? Dat is in het donker ergens anders gaan wonen. Waarom moet dat 's nachts, overdag is toch veel gemakkelijker? Op zo'n vragen bereid ik me dan voor. Dat betekent ineens weg zijn. Zoals een dief in de nacht, dat is een spreekwoord. Verhuizen in de nacht is ook zo, dat is niet echt 's nachts.

Waar naartoe, wie helpt de koffers dragen. Dit zou ik open laten: laat hen fantaseren, waar is oma naartoe, wie heeft haar geholpen? Je kan dit tekenen, knippen, plakken,... beeldend verwoorden.

Oma is verhuisd: wat is er met haar gebeurd? Ze is dood! Ik vraag me af of kleuters deze link leggen. Mijn verstand zegt dat je nu zou moeten doorvragen tot ze het antwoord zelf vinden, alles behalve eenvoudig. Er zijn geen vragen die me te binnen schieten, ik zou inspelen op wat de kleuters vertellen.

Eindigen kan met wat ik reeds aanhaalde: waarheen beeldend verwoorden. Wat denk jij, waar is ze nu?

Gedicht op eigen niveau:

Ik rouw van jou Michiel

Lieve mama ben je daar?
hier is je jongste zoon
Jij bent m'n mama voor altijd
ik hoor bij jou gewoon.

Lieve mama hoor je me?
Hier ben ik, op de grond
we zouden samen moeten zijn
maar jij loopt in de hemel rond.

Lieve mama luister je?
was ik niet lief genoeg?
ik zal voortaan echt alles doen
wat je me toen vroeg

Lieve mama kom toch terug!
ik hou zoveel van jou
ik mis je zo ontzettend veel
mama, ik rouw van jou.


Kippenvelmoment. Hoe kan iemand met zoveel verdriet, zoiets prachtig schrijven? Volgens mij huivert elke moeder (en ook de niet-moeders) bij het lezen van dit gedicht. Wat als het mij overkomt? Ik lees dit gedicht op 2 manieren:

Als ik daarboven in de hemel rondloop, dan zou ik er alles voor doen om terug op aarde te geraken. Mijn kind heeft verdriet door mij. Ja, ik hoor je, ja ik luister, maar hoe hard ik ook mijn antwoord schreeuw, het zal nooit op de aarde geraken. Als mama nog eens met een schuldgevoel zitten, mijn zoon denkt dat het zijn schuld is dat ik er niet meer ben. Misschien was het een auto-ongeluk, misschien was ik ziek,... allemaal dingen waar mijn zoon niets aan kan doen. Maar hij voelt het zo wel aan. Misschien was het zelfmoord en dacht ik dat het gras groener was aan de overkant. Daar zit je dan, met het verdriet van je zoon erbij. Ik weiger erbij stil te staan dat je kan verder leven na de dood, want als ik dit lees, dan wil ik helemaal niet verder leven na de dood.

Wat gebeurt er als je het gedicht omdraait, als het een gedicht wordt van de mama naar de overleden zoon? De dood "leeft" in ons gezin. Wat als... ? Hier klap ik dicht. Als dit me overkomt, dan weet ik dat er van mij ook een gedicht zal klaarliggen. En dan pas besef je hoeveel je met de dood bezig bent. Mij hoor je niet meer zeggen dat ik er niet over nadenk, ermee bezig ben. Met dank aan de opdracht RZL.

Sandra





dinsdag 4 oktober 2011

Verplichte literatuur rond verkiezingen

Beste bloggers,

Deze literatuur ligt niet in de lijn van verdriet, maar is wel een onderdeel van mijn taak RZL. Belangrijk hierbij is dat het niet mijn bedoeling om een politieke mening te uiten.

Onderdeel 2: verkiezingen 2009

http://www.kuleuven.be/thomas/algemeen/actualiteit/dossiers/verkiezingen/index.php


Ondertussen zijn wij allemaal al veel slimmer geworden. Ik vind het beschamend te moeten zeggen dat ik deze artikels liever niet lees. Ze staan vol standpunten van verschillende partijen, zelfs partijen die niet meer bestaan. Wat hebben wij Belgen bereikt met deze standpunten, verkiezingen: nog steeds geen regering!

Het is erg te moeten lezen hoe dikwijls er wordt gesproken van, en ik citeer:

CD&V: vorming en vrijheid van onderwijs
Groen: levenslang leren en open samenleving
NVA: "leren" en weg met het netgebonden werken
SPA: levenslang leren en netsamenwerking
Open VLD: brede vorming en netoverschrijdend samenwerken
Vlaams Belang: kwaliteit en samenwerking

Ergens zijn er wel gelijkenissen te vinden en toch blijkt het moeilijk te zijn om "overeen te komen". Wordt het eens geen tijd dat de politieke partijen zich gaan bijscholen, op zoek gaan naar een eenvoudige en constructieve samenwerking?

Misschien maakt dat het leven van onderwijs, religie en zoveel meer gemakkelijker.

Sandra

woensdag 28 september 2011

Bijscholing: als de dood voor de dood op school

Beste bloggers,

Dit bericht komt sneller dan verwacht. Hier hebben jullie al een bijscholing rond rouw en verlies op school.

Meer info vinden jullie op http://www.pdcl.be/ . Hieronder alvast een korte inhoud.

Sandra

Als de dood voor de dood op school

Hoe omgaan met rouw en verlies in de school.
Volgende aspecten komen aan bod:
  • Hoe rouwen kinderen/jongeren?
  • Hoe ga je om met een kind of jongere in rouw?
  • Hoe kan je met leerlingen rond het thema dood werken?
  • Wat kan je doen wanneer een klas in rouw is?
  • Hoe ga je om met rouwverwerking op lange termijn?

Lesgever



NaamMedewerker Leefsleutels


Praktische Informatie



DataDinsdag 27-03-2012
TijdVan 9u00 tot 16u00
LocatieKHLeuven - Departement Lerarenopleiding, Naamsesteenweg 355, 3001 Heverlee
DoelgroepKleuter en Lager
Kostprijs€ 80.00
CodeDood

Bron: website kuleuven.be/pastoraal/rouwen op school

Beste bloggers,

Extra bron: www.kuleuven.be/thomas/pastoraal/rouwen_op_school


Hier vind je nog meer informatie over draaiboeken rond verlies op school, enkele getuigenissen en tips. Eigenlijk kwam dit wat overeen met wat er in de reeds beschreven boeken stond. Vooral de getuigenissen zetten weer aan tot nadenken. Ik zal mijn mening over: "ach, het gebeurt in andere scholen, niet in mijn klas" dringend moeten herzien. Voor je het weet gebeurt het in jouw klas, jouw omgeving.

En blijkbaar zijn er toch scholen die zo'n draaiboek hanteren (maar er stond toch ook een getuigenis is van hoe het draaiboek in het water kan vallen). Mooie voorbeelden van deze draaiboeken vind je op de website terug.


http://www.kuleuven.be/thomas/images/pastoraal/rouwen_op_school/Artikel_Areopaag_%20Rouwen_op_school.pdf

Maar nog het meest interessant vond ik het artikel van Ellen De Boeck, praktijklector K.U.Leuven. (link hierboven). Hierin werd een onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin leerkrachten zich bekwaam voelen om rouwende leerlingen te begeleiden. Het was zo herkenbaar. Ik heb het al ergens weergegeven: ik behoor tot de praktijkleerkracht met weinig kennis rond thema dood en rouw. Deze leerkrachten kijken vooral naar de leerkrachten godsdienst want zij weten wel hoe het moet. Dat doet me terug denken aan mijn ervaring rond "het plots verdwijnen van een leerkracht uit de school" (stap 2). Wie ging ik toen halen: de leerkracht godsdienst. Eigenaardig hoe je alles een plaats kan geven door jezelf over een onderwerp te informeren. Hoeveel keer heb ik al gezegd: ah ja! Zoveel wordt me nu duidelijk.

Ook dit artikel pleit om verlieservaringen te integreren binnen de lerarenopleiding. Hoe oud is dit artikel? Ik heb deze materie in mijn opleiding alvast niet gehad. Maar ik heb er wel zelf voor gekozen om me hierin te verdiepen.

Mijn mening over dit artikel t.o.v. mezelf. Ik ben goed bezig, informeer jezelf grondig. Het zal de begeleiding van rouwende kinderen in mijn toekomst vergemakkelijken. Ik behoor toch niet meer bij de praktijkleerkrachten zonder kennis van rouwverwerking. Wat niet wil zeggen dat bijscholingen onnodig zijn. Bestaan er eigenlijk wel bijscholingen rond dit thema?

Je ziet, je valt van de ene vraag in de andere. Gewoon door je te informeren. Ik ga eens op zoek naar mogelijke bijscholingen. Misschien kan ik dit als extra informatie toevoegen bij mijn 3e onderzoeksvraag over lesmaterialen. Je hoort erover in een van de volgende berichten.

Sandra.

maandag 26 september 2011

Bron: websites lesmaterialen

Dag bloggers,

Momenteel schuim ik de websites af, op zoek naar lesmaterialen. Een opsomming van deze sites is terug te vinden in een van de vorige berichten (stap 4).

Het verbaast me hoe weinig hiervan terug te vinden is. Misschien denk ik te praktisch. Ik verwachtte toch wat te vinden in gebruiksklare vorm. Het is er wel, maar steeds tegen betaling.

vb: een verdrietkoffer kost al snel 425 euro. Of wat dacht je van "een wereld vol troost" voor slechts 158 euro?

Interesse, neem dan eens een kijkje op http://www.averbode.be/ (wereld vol troost, rouwen) of http://www.in-de-wolken.nl/ (verdrietkoffer).

Als ik iets uitgewerk vind, dan is het voor het secundair onderwijs. Misschien ook logisch: op zo'n leeftijd is verdriet of rouwen een echt bespreekbaar onderwerp. Onderstaande link gaat naar een spel waarbij men zelfs niet in contact moet komen met een overlijden. Het onderwerp bespreekbaar maken voor het moment dat je er wel mee geconfronteerd wordt. Mooi.

Bijhorend boek: kinderen helpen bij verlies, mijn eerste bronnenboek.

http://www.spelinfo.be/vooraltijd/overzicht.html
Zoals ik in mijn vraag (welke lesmaterialen en hoe zou ik het doen) al aangaf, ga ik op zoek naar een manier waarop ik het zou doen. Ik heb me gebaseerd op de website www.kuleuven.be/thomas , ook reeds besproken in een vorig berichtje. Hierbij mijn versie:

Ik leg een tranenmap aan (die natuurlijk door ervaring zal uitgebreid worden) in een tranenkoffer.

Inhoud:

- lessugesties uit de informatiemap kinderen rouwen ook (bron 3)
- stukjes tekst van mijn weblog (vb hoe rouwen kinderen, verschillende fases, andere religies...)
- het prentenboek Rikki en de eekhoorn (mijn favoriete prentenboek om te werken rond verlies)
- overzicht titels en auteur van de prentenboeken rond verdriet
- een CD klassieke muziek (sereen), CD Conquest of Paradise (The lonely sheperd, Concierto d'aranjuez...)
- een fotokader (waar eventueel een foto inkan van overleden persoon, dier)
- repels papier (we versieren met de klas de repels en maken er een krans van)
- een kaars
- tekenpapier: wie wil een tekening maken voor....
- gebedjes en gedichten (ook terug te vinden in een vorig bericht)
- een zwarte doek: een rouwhoekje in de klas
- vingerpopjes: dramatisch spel
- blauw papier met een grote traan: we maken onze eigen tranen. Teken wat je ooit verdrietig heeft gemaakt. Later wordt dit in de kring besproken. Verdriet hoeft niet enkel over rouwen en dood te gaan, en zo betrek je andere kleuters bij het verdriet van die ene kleuter die rouwt.

Als ik deze inhoud bekijk is het toch al heel wat. Natuurlijk is de manier van aanpak bij elk verlies verschillend. Het belangrijkste blijft nog steeds dat je het met de kleuters bespreekbaar maakt, dat het onderwerp verdriet toch nog speels wordt aangepakt. Verdriet is absoluut geen taboe, het is realiteit waar iedereen ooit mee geconfronteerd wordt.

Ik ben superfier op mijn tranenkoffer, een donkerbruine kartonnen koffer met een grote witte druppel op het deksel. Al wat ik nodig heb hoef ik er maar uit te nemen.
Ook al was het geen opdracht om deze te maken voor RZL, ik ben echt blij dat ik hem kant-en-klaar staan heb. En ik ben er zeker van dat niet elke kleuterjuf zo'n koffer heeft.

Misschien een aanrader om zelf te maken. Alle info staat op deze blog.

Sandra



woensdag 7 september 2011

Pukkelpop

Beste bloggers,

Deze blog moet "actueel" zijn. Dan kan het ook niet anders dat ook ik even stilsta bij het drama op Pukkelpop. Kunnen wij lezers ons voorstellen dat wij één van die leerkrachten zijn die op 1 september een leerling minder heeft?

Hoe gaan zij ermee om, gaan ze er nog mee om? Wat met de medeleerlingen die ook op Pukkelpop waren, willen zij over hun verdriet praten of ervaren ze het als "laat ons toch gerust, blijf er niet steeds weer over beginnen.

Als ik de leerkracht zou zijn, zou ik het er kort nog eens over hebben, uitnodigend. Gewoon even zeggen dat je er bent met een luisterend oor indien ze dit zelf willen. Aan de leerlingen om er iets mee te doen. Waarschijnlijk zou ik dit alleen doen als ik klastitularis van die groep was. In het secundair onderwijs ligt te verhouding leerling/leerkracht toch wat anders als in het kleuteronderwijs. Die leerlingen benader je als volwassene.

In klasse voor leerkrachten vond ik nog een artikel: zwijg Pukkelpop niet dood. Lees vooral de reacties eens. Het toont nogmaals aan hoe elke individu anders reageert. En ergens hebben ze allemaal gelijk!

http://www.klasse.be/leraren/19664 (tips voor de leerkracht)

Sandra

Bron: Artikel Klasse: website

Beste blogger,

Hierbij nog een kort artikel dat ik gevonden heb in "Klasse voor Leraren". U kan dit hieronder nalezen. De meeste items vind je terug in mijn vorige berichten omdat dit artikel gebaseerd is op het besproken boek: Kinderen rouwen ook (bron 1).

Bron: artikel in Klasse voor leraren


Dit artikel zet je toch weer even met de voeten op grond. Het geeft aan hoeveel je op school met een verlies te kampen krijgt. Dus ook bij kleuters. In 20 % van de scholen wordt verdriet, verlies "doodgezwegen". Taboe voor tranen.

Dit kan ik alleen beamen, hoewel ik mijn mening hierover toch wel moet herzien. Hoe meer ik erover lees, hoe meer ik besef dat werken rond verlies echt wel noodzakelijk is op school en niet alleen als het zich voordoet. Toch vinden leerkrachten dat ze leerlingen dan moeten informeren en opvangen. Maar hebben ze er al eens bij stilgestaan HOE ze dat gaan doen? Inderdaad, hier hoor ik mezelf spreken: jazeker wij moeten er voor de kinderen zijn. Ik ben dan ook heel blij met het feit dat ik deze taak kreeg. Nu weet ik er toch al iets van, ik bereid me voor op die ene dag die ik eigenlijk niet wil meemaken: een kleuter in rouw.

Ik kan alle leerkrachten, opvoeders, studenten,... dit deze blog lezen alleen maar aanraden om eens stil te staan bij jezelf: weet jij hoe je een kind in rouw opvangt, begeleidt?

Sandra








Stap 5: prentenboeken

Dag bloggers,

In het overzicht van mijn bronnen (stap 4) gaf ik al een overzicht van mogelijke prentenboeken over "verlies of de dood". Hiervan ga ik er enkelen beschrijven. Alle boeken zijn bruikbaar, maar ik heb er 5 uitgekozen die mij het meest aanspraken. Ook werd er rekening gehouden met de tips uit het bronnenboek "Kinderen rouwen ook" (zie vorige berichten).


[kikker+en+het+vogeltje.jpg]   Velthuijs M., (1991). Kikker en het vogeltje. Amsterdam: Leopold
Korte inhoud:
Wanneer Kikker, een bekend figuur uit andere boekjes van Velthuijs, aan de rand van het bos een dood vogeltje vindt, weet hij niet goed wat er met het vogeltje aan de hand is. Het vogeltje doet niet zoals anders. Samen met de vrienden Varkentje, Eend en Haas ontdekt hij dat het vogeltje dood is. Ze gaan hem begraven op een rustig plekje.


Dit boekje kan je op elk moment voorlezen, ook wanneer er geen rouwende kleuters in de klas zitten. De dood wordt heel rustige manier geïntroduceerd door een vogeltje. Dit leunt aan bij hun leefwereld. Misschien hebben ze zelf al eens een dood vogeltje gevonden. Voor mij een goed boek met zeer duidelijke en mooie prenten. Misschien kennen de kleuters Kikker al. Nog iets wat voor hen dan vertrouwder is.





Van Genechten G. (2010). Rikki en de eekhoorn. Hasselt: Clavis.





Korte inhoud:
Het konijntje Rikki dat als een jongetje wordt neergezet, zoekt in de herfst in het bos naar kastanjes. Onder de struiken vindt hij een eekhoorn die niet beweegt. Rikki haalt zijn vriendinnetje erbij, omdat hij het niet vertrouwt. Ze nemen de eekhoorn mee naar Rikki's huis waar mama uitlegt wat er aan de hand is. Samen met papa begraven ze de eekhoorn. Op de terugweg zien ze een jonge eekhoorn in een boom klimmen.


Iedereen kent de boekjes van Rikki, ze worden zo vaak gebruikt. Ook dit is één van mijn favoriete boekjes. Kleuters kunnen zich hierin identificeren. Als je naar de foto van het boek kijkt dat merk je meteen dat de prenten de realiteit "beschilderen". Dit boek kan je gebruiken bij de jongere kleuters (4 jaar).







Demyttenaere B. (2002). Een ster voor Amber. Averbode: Altiora







Korte inhoud:
Robbe en Amber zijn beste vrienden. Maar wanneer Robbe hoort dat zijn beste vriendin kanker heeft en niet meer naar school komt weet hij niet meer wat hij moet doen. Hij besluit haar dagelijks op te zoeken. Op een dag leest Robbe het lievelingsverhaal van Amber voor. Het gaat over de kleine prins die van sterren houdt. Die avond vertelt Amber dat er naast de "grote berenster" nog geen ster staat, maar wel bijna. Dan komt er een nieuwe ster en die ster dat ben ik. Bij haar overlijden staat er opeens een nieuwe ster "Orion".
Achteraan in het boek staat nog achtergrondinformatie over hoe omgaan met kinderen en verlies.


Hoewel de illustraties minder mooi zijn, is de tekst oh zo prachtig geschreven. Ik werd er even stil van. Dit is bruikbaar bij de oudste kleuters. Het geeft een evolutie weer over de ziekte van Amber en het is een "actuele ziekte". Eerst is Amber thuis, dan gaat ze naar het ziekenhuis, er komt een bezoek met de klas waar er vragen gesteld worden over het gekke hoedje op haar hoofd. Je voelt bijna de vriendschap aan tussen die twee. Een aangrijpend gesprek toont aan dat Amber heel goed beseft wat er met haar gaat gebeuren. Je merkt de onwetendheid bij Robbe.
De dag van overlijden is het zijn moeder die de boodschap brengt, zonder woorden maar met tranen. Robbe troost en doet het verhaal van de sterren, net zoals Amber bij hem heeft gedaan.
Met dit gevoel kan je werken rond gevoelens die het boek bij de kleuters oproepen. Een aanrader!





Sels T. (2001). Nooit meer is voor altijd. Hasselt: Clavis.









Korte inhoud:
De papa van Lotte is gestorven. Lotte en mama hebben verdriet. "We moeten sterk zijn, papa komt nooit meer terug" zegt mama. Lotte gaat op zoek naar hoe lang "nooit meer" duurt.
Dat betekent hetzelfde als voor altijd. Lotte mist haar papa en voelt zich alleen. Niets is nog hetzelfde! Lotte denkt dat haar mama niets meer om haar geeft omdat ze de hele dag huilt en gewoon niets leuks meer doet.
Op een dag neemt mama Lotte vast en vertelt dat het weer zoals vroeger wordt, alleen anders. Ze geeft Lotte een foto van papa. Elke keer als ze verdrietig is kan ze hem een kusje geven. Mama vertelt erbij dat ze in het begin heel veel zoentjes zal geven en op een dag zal merken dat ze papa minder mist. Maar vergeten zal ze nooit.


Hier wordt mooi weergegeven hoe mama zich gedraagt, hoe een kleuter zich vergeten kan voelen. Wat betekent "nooit"? Kleuters hebben weinig tijdsbesef. Wat ik hier zo mooi vind is dat mama een foto geeft. De overledene wordt levend gehouden en er wordt weergegeven dat verdriet kan verminderen. En dat het goed is om  papa steeds minder te missen.
De illustraties tonen zeer sterk hoe de personages zich voelen. Toch niet onbelangrijk als we spreken over verdriet, de troost die ze krijgt van haar knuffel, het gerustgestelde gezicht dat mama haar toch niet vergeten is.


Verrept P. (1998). Ik mis je. Hasselt: Clavis.

Korte inhoud:
Een jongen mist zijn beste vriendin. Ze is een tijdje geleden verhuisd. De jongen voelt zich raar. Mama zegt dat hij Anja mist. De jongen begrijpt niet wat 'missen' wil zeggen. Dan denkt hij aan zijn overleden oma. Hij zal haar nooit meer terug zien, daarom vraagt hij zich af of Anja ook zal sterven. Uiteindelik vraagt de jongen aan zijn opa wat 'missen' wil zeggen. Op legt dat uit en gaat met hem het graf bezoeken. Daarna zegt de jongen aan zijn ouders dat hij Anja mist. Papa stelt voor om haar eens te gaan bezoeken. De jongen vraagt of hij oma ook eens kan bezoeken. Papa leg uit dat hij oma niet kan weerzien, alleen nog aan denken.


Het verschil tussen dood zijn en missen wordt hier kort uitgelegd. Voor een kleuter ligt het zo kort bij elkaar. Het leuke aan dit boek is dat de jongen naar een vertrouwd iemand gaat met zijn gevoel (ook al is het geen verdriet over de dood). Hij gaat op zoek naar antwoorden op zijn vragen. Onschuldige vragen over de dood worden gesteld, een tekening van een kerkhof, een kruis,... Dit boekje is niet te zwaar geladen en kan dus ook gebruikt worden voor iets jongere kleuters.

Jullie merken het: er zijn boekjes genoeg. Prentenboeken hanteert toch elke kleuterjuf. Waarom dit onderwerp dan ook niet bespreekbaar maken. Reden genoeg om het wel te doen.

Sandra

Stap 5: boek: ceremonies en feesten + websites





Bron: Broadbent L., (2005), Ceremonies en feesten: de dood. Amsterdam: KI voor de Tropen.

Dag bloggers,

Ik hoop met in deze bron het antwoord te vinden op de vraag (4) hoe andere religies omgaan met de dood. Ik ben heel benieuwd naar hun rituelen. Wat zijn de verschillen met de christelijke tradities? De joodse, islamitische, boeddhistische en hindoeïstisch tradities worden besproken.
                                           Hier alvast een kort overzicht.
  • Jodendom
Volgens de joden is de dood een onderdeel van het leven, de ziel is onsterfelijk.
Na het overlijden wordt het lichaam gewassen en in een eenvoudig wit doodskleed gewikkeld. Daarna wordt dit in een houten kist gelgd. Met eenvoud  geven ze aan dat voor God na de dood iedereen gelijk is. Aan het hoofdeinde wordt een speciale kaars neergezet en tot aan de uitvaart blijft er voortdurend iemand bij het lichaam. Samen met een rabbijn wordt er gebeden voor kracht om het verlies te kunnen dragen en om de gestorvene in vrede te laten rusten.

De begrafenis vindt zo snel mogelijk na het overlijden plaats. Familie is hier zeer belangrijk.
Zij laten de kist zakken tijdens een herdenkingsgebed en zij scheppen als eerste zand, om op de kist te gooien. Het scheppen wordt herhaald tot het gehele graf gevuld is met aarde. Ondertussen worden psalm 91 uitgesproken die beschrijft hoe God iedereen beschermt, liefheeft en verlost.
De joden hebben meestal geen bloemen, zij geven liever geld aan liefdadigheid.

Na de begrafenis begint de rouwweek. De rouwenden bereiden geen voedsel, werken niet, mannen scheren zich niet. Dit geeft aan det het gewone leven even stilstaat. Ze dragen gescheurde kleren als teken van verdriet. De deur staat voor iedereen open, er is tijd voor troosten.
Na een week keert iedereen langzaam terug naar de dagelijkse activiteiten.
Pas na een jaar wordt een eenvoudige grafsteen op het graf gezet.
Op de steen staat enkel de data van geboorte en overlijden en de naam van de overledene. Ook hier is de hele familie aanwezig. Dit is de laatste fase van de rouw.

Extra bron: Dhr. Mirtenbaum, vader van een Joodse student.
  • Islam
Moslims kennen een rouwperiode van veertig dagen. Ze begraven een lichaam, er wordt nooit gecremeerd, omdat Allah gebiedt dat de mens geen vuur mag gebruiken om te vernietigen wat hij geschapen heeft.

Volgens de Koran is het lichaam van een overledene onrein. Daarom wordt er een rituele wassing (3 baden) gedaan door de familie of vrienden. Na deze baden wordt de overledene in doeken gewikkeld, 3 voor mannen, 5 voor vrouwen. Dit kunnen ook doeken zijn die speciaal in Mekka werden gekocht.
Na het inwikkelen wordt er een vredesgroet gezegd.

Het lichaam wordt zo snel mogelijk begraven, liefst zefls binnen de 24 uur na overlijden. Het wordt naar de moskee gebracht, waar mannelijke familieleden of vrienden gebeden uitspreken.
De overledene wordt in het graf op de rechterzijde gelegd met het gezicht in de richting van Mekka.
Daarna gooit iedereen die aanwezig is drie handen aarde in het graf.
Op de grafsteen komt een eenvoudige grafsteen met de gegevens van de overledene.

Extra bron: http://www.uitvaart.nl/


  • Hindoeïsme
Voor Hindoes is de dood niet het einde van het leven, maar het begin van een nieuw leven. Zij geloven in reïncarnatie of wedergeboorte.

Tijdens het leven zijn er verschillende sanskara's of rituelen. Alle familieleden worden hierbij uitgenodigd. Eerst wordt het lichaam gewassen, bij voorkeur met water uit de Ganges, die heilige rivier. Daarna wordt het lichaam ingewreven met zoetgeurende sandelhoutbalsem. Op de ogen worden koperen muntjes gelegd en het lichaam wordt in een wit kleed gewikkeld en naar een plek buiten het dorp gedragen. Daar vindt de crematie plaats.
De priester houdt een plechtigheid waarbij hij eivormige balletjes maakt van rijstmeel, honing, melk, klare boter, suiker en sesamzaad. Deze balletjes staan als symbool voor het leven en worden bij in de kist gelegd.

De oudste zoon loopt met een brandende dia zeven keer rond de brandstapel alvorens hem aan te steken. Hij raakt ermee de mond van de overledene. Dit is de doodskus. Zo wordt symbolisch het lichaam in brand gezet. Het lichaam zal goed branden omdat er eerst gesmolten boter werd overgegoten. Tijdens de verbranding zal de schedel openbreken, dat is het moment dat de ziel het lichaam verlaat.

Na drie dagen verzamelt een zoon de as en strooit deze over de Ganges uit, in het heilige water.

Na de crematie eet de familie 10 dagen sober en scheren de mannen zich niet als teken van respect en smart.
Elke dag houdt men een offerdienst, waarbij rijstballetjes en melk geofferd worden. Dit gebeurt op een hoopje zand, symbool voor Moeder Aarde.

Twaalf dagen na de verbranding houdt men een rouwplechtigheid met speciale offers in het huis van de overledene. Daarna is de rouw voorbij. De sterftedag wordt ook elk jaar herdacht.

Extra bron: www.kuleuven.be/thomas : hindoeïsme
  • Boeddhisme
Volgens de boeddhisten is de dood een onvermijdelijk deel van het leven. Geboorte en dood zijn twee van de vele veranderingen die mensen meemaken en beiden zijn heel natuurlijk. Het leven is veranderlijk en de dood maakt daar deel van uit.

De verschillende ceremonies die na het overlijden plaatsvinden, hangen af van de traditie en het land waarin ze wonen. Wat wel belangrijk is, is dat de families het lichaam van de overledene zien. Het herinnert hen eraan dat we allemaal zullen sterven en dat we een goed leven moeten leiden.

Na het sterven wordt het lichaam "met rust" gelaten zodat de geest zich "naar binnen" kan richten. Men mag het lichaam dan niet aanraken omdat dat de reïncarnatie negatief kan beïnvloeden. Daarna wordt het gewassen met saffraan of gezegend water, in stof gewikkeld, in een kist gelegd omringd door kaarsen, bloemen en wierook. Soms wordt de kist versierd met foto's en gekleurde lichtjes. De uitvaart vindt niet altijd direct plaats omdat de familie het lichaam nog wil zien en hun laatste eer bewijzen. Monniken bezoek het huis en zingen heilige geschriften. De familie bereidt voor hen eten, wat de kans op een gelukkige reïncarnatie vergroot.

Soms duurt de plechtigheid 49 dagen, waarvan de eerste 7 het belangrijkste zijn. Om de 7 dagen worden er zeven weken lang gebeden opgezegd waarbij het hoofd van de familie aanwezig moet zijn.
De avond voor de crematie maken ze muziek en eten. Wanneer de kist naar het crematorium wordt gebracht lopen achteraan rouwdragers met bloemen en wierook. Naast de kist lopen monniken die soetra's zingen. Vervolgens wordt de kist op een brandstapel gezet, de as wordt in een urn bewaard.

Extra bron: http://www.boeddhisme-sterven.nl/

Ik ben blij dat ik deze vraag behandeld heb. Hoewel ik denk dat er in het kleuteronderwijs weinig rekening zal gehouden worden met deze toch wel andere rituelen, vind ik dat ik als kleuterjuf me best wel mag informeren.
Als ik met deze rituelen in contact zou komen, dan zal ik steeds navraag doen bij de ouders, familie. Dit onderwerp is te gevoelig en de kennis blijft hoe dan ook beknopt.

Sandra






dinsdag 16 augustus 2011

Stap 5: gedichtenbundel


Bron: Fiddelaers-Jaspers R. (2004). Kun je de dood ook groeten? 101 afscheidsgedichten. Kampen: uitgeverij de kok.

Dag bloggers,

Zoals beloofd: enkele gedichtjes die je kan voorlezen in de klas (vraag 3: lesmaterialen). Let wel op: sommige gedichten zijn zeer emotioneel, misschien iets te confronterend. Aan de juf om uit te maken of de kleuters dit aankunnen.

Veel leesplezier,

Sandra


Bij de dood van een vader of moeder

Papa's mogen niet doodgaan, Yvonne van Emmerik

Er is eens een vogel gestorven
en een goudvis is ooit doodgegaan
en ook het konijn van Marieke
daarvan was ik ondersteboven,
ik wist toen dat dood kon bestaan.
Maar papa's die mogen niet doodgaan
niet mijn vader die groot is en sterk.
Wat moet ik daar nu mee aan?

Eerst dacht ik: hij slaapt alleen maar,
hij rust gewoon een beetje uit.
Maar hij is zo koud en hij zegt niets,
er is geen enkel geluid.
Hij is zo stil als de sneeuw
in de vroegte van de morgen,
zo leeg als de jas aan de kapstok.
Trok hij zo zijn lichaam uit?

Waar is hij gebleven sindsdien?
Papa, ben je een engel geworden,
een onzichtbare engel met vleugels?
Wil je dan mijn beschermengel blijven,
ook al zal ik je niet kunnen zien?
Zo zal ik je dichtbij me weten,
want papa's die mogen niet doodgaan,
wel engelen worden misschien.


Ik rouw van jou Michiel

Lieve mama ben je daar?
hier is je jongste zoon
Jij bent m'n mama voor altijd
ik hoor bij jou gewoon.

Lieve mama hoor je me?
Hier ben ik, op de grond
we zouden samen moeten zijn
maar jij loopt in de hemel rond.

Lieve mama luister je?
was ik niet lief genoeg?
ik zal voortaan echt alles doen
wat je me toen vroeg

Lieve mama kom toch terug!
ik hou zoveel van jou
ik mis je zo ontzettend veel
mama, ik rouw van jou.


Bij de dood van een opa of oma

Opa is nieuwsgierig  Karel Eykman

Je weet het,
als mensen oud zijn,
dan worden ze niet meer groot.
En als ze dan nog ouder zijn
dan gaan ze tenslotte dood.

Maar als je je opa gaat vragen
wanneer hij nou eens dood zal gaan,
dan zal je opa zeggen:
"dat gaat je geen donder aan".

Dat komt zo:
als mensen oud zijn,
dan willen ze nog niet weg,
omdat ze zo nieuwsgierig zijn:
wat komt er van jou terecht?

Want opa's zijn altijd nieuwsgierig
naar wat voor soort mens je wordt.
Hij kan het nog niet precies raden,
want daarvoor leef jij nog te kort.


Verhuis  Geert de Kockere

Oma had het nog
zo mooi bedacht:
doodgaan
is verhuizen in de nacht.

Waar naartoe?
Wie helpt jouw koffers dragen?
had ik haar nog willen vragen.

Maar gisteren
is oma plots verhuisd

Heel alleen en zonder koffers.
Ik weet niet eens waarheen...


Bij de dood van een dier

Pleisters  Hans Hagen

onze poes is al zo groot
hij gaat al bijna dood misschien
als je dood bent, ben je stil
dan is er niks meer wat je wil
dan kun je niks meer horen
niks meer zien
dan kun je nooit meer wakker zijn
dan hoef je ook geen pleisters meer
dan krijg je nooit meer pijn


In de kring  Nannie Kuiper

Maandagmorgen in de kring
en vertellen aan elkaar,
hoe het in het weekend ging.
Heel verschillend, luister maar...

Roelof rende met zijn zusje
door de duinen naar het strand,
met daarachter lekker langzaam
papa, mama, hand in hand.

Liesbeth mocht het boekje kopen
dat ze in de winkel zag
en het mooist van allemaal vond.
Ja, een fijne zaterdag.

Boris kreeg een bloementuintje,
helemaal voor hem alleen,
met wel honderd kleine plantjes
en een hekje er omheen.

Roosje speelde op haar kamer
met haar oude poppenhuis,
zaterdag en ook nog zondag.
Roosje bleef het weekend thuis.

En op zondag ging de hamster
van Marieke zo maar dood.
Daarom moet ze nu nog huilen,
zit ze bij de juf op schoot.

Maandagmorgen in de kring
en vertellen aan elkaar,
hoe het in het weekend ging.
Heel verschillend - dat is waar!


Vogeltje  Ed Franck

Vogeltje ziek? Vogeltje pijn?
wil je bij je mama zijn?

oogjes dicht, nekje bloot
oooh... het vogeltje is dood
gevallen uit de heg
poes! scheer je weg!

waar is mijn schop?
een graf, een bloem erop
dag vogeltje dood
nu ben je niet meer bloot


Verdrietig, bang en boos

Dood  Nannie Kuiper

Als iemand doodgaat
die je heel goed hebt gekend,
dan is het nogal logisch
dat je erg verdrietig bent.

Misschien is het je oma.
Misschien is het je hond.
Misschien is het een ander,
die je ook zo aardig vond.

Als er iemand doodgaat
die je heel erg goed hebt gekend,
dan is het nogal logisch dat je erg verdrietig bent.

Want doodgaan is: iets missen.
Het maakt je ook zo bang.
Toch zul je eraan wennen,
al duurt het vaak heel lang


Een beetje stil  Connie Vollenhoven.

een beetje stil vandaag
meer is er niet
ik ben niet boos of zo
heb geen verdriet
een beetje stil vandaag
toe laat me maar
een beetje stil vandaag
is toch niet zo raar


Over doodgaan en andere vragen

Als je dood bent...   Rindert Kromhoud van der Meer

Als je dood bent,
zegt mijn vader,
slaap je heel erg lang
heb je nooit meer iets te vrezen
ben je nooit meer bang.

Als je dood bent,
zegt mijn moeder,
voel je nooit meer pijn
ga je heel hoog naar de hemel
daar is het echt fijn.

Als je dood bent,
zegt mijn opa,
verdwijn je in de grond
lig je in een houten kissie
voor altijd op je kont.

Maar ze weten er niks van
en ze zeggen dus maar wat
weten niet wat te beginnen
van de dood kan je niet winnen
slaan daarom maar aan 't verzinnen
dood is dit of dood is dat!

Maar als je dood bent,
zeg ik zelf,
wat er dan gebeuren gaat
voor wie je dat wel kan vertellen
is het nu te laat.


Een probleem   Willem Wilmink

Vandaag vroeg mijn zoontje
met angstige stem
Als iemand dood is,
wat gebeurt er dan met hem?

Nu ken ik wel iemand
die daarover zegt:
Wie dood is die komt
in de hemel terecht.

Dus boven de wolken,
dus altijd mooi weer,
met een bal in het gras,
en ijsjes, meneer!

Maar weer iemand anders
vertelde zowaar:
Als je dood bent dan komt er
een tovenaar,

dan tovert hij aan je,
en word je een dier,
een mus of een tijger,
een leeuw of een mier.

Zelf mag je kiezen
welk dier je wilt zijn:
een mug of een olifant,
of een konijn.

Maar op een morgen
ben ik gegaan
naar een man die heel oud was,
dus gauw dood zou gaan.

Of ik een dier word
zei deze man,
of ik in de hemel kom,
'k weet er niks van.

Maar als ik dood ben
is 't eerste wat ik doe:
Honderd jaar slapen
want ik ben moe.

Ik stuur je een brief aan een rode ballon    Yvonne van Emmerik

Ik stuur je een brief aan een rode ballon
Je bent nu zo ver en
ik kijk naar de sterren
en wou dat ik je bereiken kon

Misschien ben je nu wel heel dicht bij de zon
Zal de wind voor je waaien?
Mag je zwieren en zwaaien
en drijven en zweven net als mijn ballon?

Zonder geluid komt hij nu naar je toe
al zit ik vanbinnen
je naam uit te schreeuwen

Ik wil met je praten al weet ik niet hoe
Mocht je hem vinden
laat het dan even, heel even maar sneeuwen?




Stap 5: boek: Kinderen helpen bij verlies, Keirse, M. (2002). Tielt: Lannoo

 


Dag bloggers,

Ik verwachtte van dit boek heel veel. Vooral omdat het omschreven werd als een gids voor ouders en leerkrachten die met kinderen in contact komen en omdat het geschreven werd door iemand met veel ervaring met verlies, verdriet, afscheid. Hoeveel boeken heeft hij hierover al niet geschreven. "Kinderen helpen bij verlies, een boek voor al wie van kinderen houdt, werd helemaal uitgelezen.







Wat heb ik eruit onthouden?

Citaat 1: hoofdstuk 2: hoe kinderen rouwen... (onderzoeksvraag 1)

Ze zijn kinderen: kinderen vertonen gelijksoortige emoties en reacties als volwassenen. Alleen kunnen zij niet begrijpen en uitdrukken wat ze doormaken. Het rouwproces verschilt op 7 specifieke manieren van dat van volwassenen.

1. Weerspiegeling van het ontwikkelingsstadium: dit gaf een overzicht hoe kinderen reageren binnen een bepaalde leeftijdscategorie. Dit werd reeds beschreven in het eerste bronnenboek (vraag 2).

2. Midden in het gewone leven: ze rouwen niet op bevel, wanneer iedereen het doet, wanneer het hen uitkomt. Kinderen worden er dikwijls mee geconfronteerd. Denk maar aan Nieuwjaar, moederdag,... Praten met leeftijdsgenoten lukt minder, wel met een leerkracht die ze dan ervaren als de "verloren moederfiguur". Thuis wordt verdriet verborgen voor de ouders, die hebben verdriet genoeg. Op school kan verdriet beter geuit worden, er wordt over gepraat.

3. In korte en intense episoden: ze kunnen geen lange tijd met verdriet bezig zijn. Even wenen en dan terug gaan spelen is heel normaal. Dat wil niet zeggen dat ze geen verdriet meer hebben. De emoties zijn explosief en volwassenen weten vaak niet hoe ze hiermee moeten omgaan.

4. Tijdelijke regressie na verlies: vaak brengt verdriet een terugval van functioneren met zich mee vb controle over zichzelf verliezen, zindelijk zijn. Deze regressie moet men als een soort pauze in de rouw beschouwen. Ze keren terug naar de tijd dat ze nog "verzorgd" werden.

5. uitleven in actie en spel: volwassenen praten vooral over het verdriet, kinderen verwerken dit door te spelen. Spel is hier een natuurlijke communicatie op een veilige manier. Via spel proberen ze angst, verdriet onder controle te krijgen.

6. rouw uitstellen: rouwreacties kunnen soms meer dan 2 jaar na het verlies komen. Na het sterfgeval heerst er chaos, een onbekend en onveilig gevoel. Kinderen zoeken eerst de veiligheid terug alvorens ze echt kunnen rouwen.

7. vernieuwde rouw bij belangrijke veranderingen: bij een vernieuwde emotionele stap in hun groeiproces kan het verlies heropleven. In nieuwe levenssituaties blijft oud verlies een plaats krijgen. vb verhuizen

Mijn standpunt

Ik ben altijd op zoek naar een "hoe doen ze dat nu eigenlijk, dat rouwen". Maar hoe meer ik lees, hoe minder ik het antwoord op de vraag zal vinden. Het is zo moeilijk er een algemeen antwoord op te geven omdat het voor ieder mens gewoon anders is. Niemand rouwt op dezelfde manier, ook kleuters niet. Met dit hoofdstuk te lezen besef ik nog meer hoe belangrijk dossierkennis van uw kinderen in de klas is. Misschien ervaar je de kleuter als lastig, maar reageert hij op een pijnlijke herinnering van meer dan een jaar geleden. (punt 6).

Staan we wel stil bij het aantal keren dat een kind geconfronteerd wordt met zijn verlies (punt 2)? Oma is er niet meer: maar we praten wel een hele week over grootouders als belangstellingscentrum. Een Nieuwjaarsbrief voor de mama. Dat maakt een kind 10 keer in zijn leven en elk jaar is het moederdag. Hoeveel keer praat je in een klas over een poes of een hond? Dat durf ik zelfs niet te tellen.

Agressie, explosiviteit van emoties (punt 3) dat hebben volwassenen ook. Ik kan me best inbeelden dat je als volwassene ook wel eens een glas stuk wil slaan uit woede, uit onmacht, uit verdriet. En dan is het inderdaad moeilijk om te weten hoe hiermee om te gaan. Kinderen mogen deze gevoelens hebben zonder dat ze zich hier schuldig over moeten voelen. Alleen moet de veiligheid voor zichzelf en anderen behouden blijven. Wat kan je dan als volwassene doen: luisteren en erover praten. Laat kleuters, volwassenen,... hun gevoelens toch niet opkroppen. Gevoelens MOGEN er toch zijn. Ik zie hier het verschil tussen volwassenen en kind niet goed. Alleen weten volwassenen hun gevoelens beter te doseren, uit te werken op voorwerpen die anderen niet schaden. Een kleuter met alle remmen los denkt alleen aan zichzelf. Aan de volwassene om hier gepast en gedoseerd op te reageren.

Het laatste en voor mij het belangrijkste punt vond ik de vernieuwde rouw bij nieuwe gebeurtenissen. Dan denk ik terug aan mijn artikel. Wat is er gebeurd met de kleuters van die stervende juf? Hoe gaan zij met het verlies van die juf om, hoe stonden de kleuters t.o.v. de nieuwe juf. Als interimleerkracht kom je zo dikwijks voor een nieuwe klas en meestal ken je de reden van afwezigheid niet, noch de nieuwe kleuters.
Hoeveel gezinnen worden niet opnieuw samengesteld: een nieuwe mama. Zijn er nog foto's van die andere mama? Ik kan hier niet over oordelen maar ik besef wel dat veranderingen in een mensenleven toch wel confronterend zijn. Het doet je denken over een verlies, rouwen.

Hoe ga ik de volgende keer reageren als ik de cliché hoor: het leven gaat voort hé. Dat zeggen ze allemaal, maar het verdriet, het gemis zal altijd blijven. En ergens mag dat ook. We mogen onze dierbaren niet vergeten, wel een plaatsje geven in ons nieuwe leven, hoe moeilijk dat ook is.


Citaat 2: suggesties om in concrete situaties wegen te vinden om het hart te laten spreken zonder het verstand op nul te zetten en verkeerde dingen te zeggen. (vraag 3: lessugesties, tips)

Mijn standpunt

Meer dan 50 tips werden hier gegeven. Onbegonnen werk om deze allemaal te bespreken. Daarom heb ik er een top 10 van gemaakt. Welke tips neem ik mee naar zo'n situatie.

Nog even dit: hoe mooi is dit niet geformuleerd: het hart laten spreken zonder het verstand op nul te zetten. Dat moet je kunnen. Alleen deze titel al heeft ervoor gezorgd dat ik de meer dan 20 bladzijden heb doorgenomen.

Mijn top 10

1. Moedig kinderen aan te praten en vragen te stellen zo vaak ze dit wensen. Breng geduld op.

2. Wees open en eerlijk in het geven van antwoorden. Eenvoudig en direct. Weet je het antwoord niet, zoek het dan samen uit.

3. Accepteer de uitspraken van verdriet: kinderen denken anders dan volwassenen. Ze zullen vertellen dat ze boos zijn op de overledene. Bekritiseer hen niet want dit zijn normale reacties. Luister liever naar hun gevoelens in plaats van te vertellen wat ze moeten voelen, denken en doen.

4. Houd de herinnering aan de overledene levendig. Spreek erover, zowel over het aangename als over het minder aangename. Laat hen weten dat de herinnering nooit helemaal zal verdwijnen. Geef een foto, maak een herdenkingsplaatsje.

5. Stimuleer de omgeving om ook aandacht op te brengen. Meestal kunnen de kinderen bij de ouders niet terecht omdat ze zelf emotioneel niet beschikbaar zijn. Andere vertrouwde volwassenen (leerkrachten) kunnen dan hulp bieden, die speciale aandacht geven die ze dan net zo nodig hebben.

6. Geef aandacht aan de dromen van kinderen. Dromen geven de kans om bezig te zijn met het verlies, om de realiteit onder ogen te zien. De inhoud hiervan weerspiegelt vaak de veranderingen die zich voordoen in het rouwproces. Men kan ontdekken waar men vandaan komt, waar men nu staat en waar me heen gaat. Deze dromen kunnen ook beangstigend zijn.

7. Denk eraan dat feestdagen dagen zijn waarop kinderen verdriet intens kunnen voelen. Innerlijk kan men zich anders voelen dan wat de feestdag uitstraalt. "Gelukkig" Nieuwjaar, "vrolijk" kerstfeest. Het gevoel van eenzaamheid kan des te groter zijn.

8. Erken dat een kind meer verliest dan een dierbare persoon. Men mist in het verdere leven, het leven van de overledene, en dat is op belangrijke momenten steeds weer voelbaar.

9. Op schoolniveau: leid leerkrachten op tot bekwame ondersteuners. Leerkrachten zien de gevoelens van kinderen, voelen hoe hun aandacht er niet bij is,... alleen weet men niet hoe ermee omgaan. Leer leerkrachten adequaat omgaan met verlies en verdriet. Ze moeten door voldoende kennis over wat verdiret betekent, voorbereid zijn. De manier waarop leerkrachten met het verdriet van het kind omgaan, wordt door het kind een leven lang herinnerd.

10. Vergeet vanuit de school het verdriet van de ouders thuis niet. Durf naar de ouders toe te gaan, vragen te stellen. Doodzwijgen maakt de dood dubbel zo erg.


Al heel wat informatie om mee rekening te houden. Wil je nog meer tips, lees het boekvan p. 231 tot p. 254. Ik heb hiermee toch al enkele vraagtekens over mijn onderwerp laten verdwijnen.

Tot het volgende berichtje,

Sandra